11 OCTOBER 1950 371 voorgesteld is. Deze verordening kan dan eerst eens aan de practijk getoetst worden. Over enige tijd zou bezien kunnen worden of aan vulling en/of wijziging noodzakelijk is. De oude redactie bezigde uitdrukkingen, die uit de tijd zijn. De Commissie heeft gemeend overeenkomstig de bedoeling van de Armenwet gehandeld te hebben. De heer SCHIJEN is het met de heer Jongbloed eens, dat deze dienst een herziening behoeft om haar taak behoorlijk te kunnen verVullen. Toch wilt spreker het voorstel van de heer Veldkamp steunen, omdat het meer in overeenstemming is met de Armenwet. In artikel 2 der Verordening staat: „voorzover het gemeentebe stuur die werkzaamheden niet aan anderen opdraagt." Het venijn zit in het laatste woord. De overheid moet wijken voor het parti culier initiatief, maar moet deze werkzaamheden niet aan anderen opdragen. Spreker acht de zinsnede van de heer Veldkamp van principiële betekenis. De heer VELDKAMP zegt, dat de heer Jongbloed hem bijna ver leid heeft tot een academisch debat. Hij stelt voor het amendement aan de ontwerp-verordening toe te voegen. De VOORZITTER ziet in het amendement meer een gebaar, waardoor uiting gegeven wordt aan een geestesgesteldheid, waarin de maatschappij zich de laatste tijd ontwikkelt. Daar de Raad het budgetrecht bezit, behoeft het voorstel van de heer Veldkamp niet tot een twistpunt aanleiding te geven. Dit ge baar wijst een richting aan, die als principieel beschouwd wordt en in die geest heeft dit een beperkte betekenis. Als zodanig ziet spreker geen bezwaar het amendement aan te nemen. De heer JONGBLOED is het met de Voorzitter eens, dat hier over geen messen getrokken moeten worden. Als iets opgebouwd wordt, moet men tolerant tegenover elkaar zijn. Spreker wil dat zijn, zodat hij zich niet tegen het amendement van de heer Veldkamp zal verzetten. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, met dien verstande, dat aan artikel 2 der Verordening voor de gemeentelijke dienst Voor Sociale Zaken wordt toegevoegd: „of overlaat aan daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komen- ,,de instellingen van het kerkelijk en particulier initiatief". 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van een crediet ten behoeve van de gasvoorziening van de Dr. Batenburglaan. (Bijlagen 1950 no. 341.) De heer VERMEULEN zegt, dat dit agendapunt in de Gascom- missie besproken is. Hij vraagt of de eigenaar der huizen geen bezwaar heeft tegen het aanbrengen der gasleidingen. Dit zou gevraagd worden, doch hij heeft er niets meer over vernomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 371