11 OCTOBER 1950
379
overleg met De Bouwcommissie aan te brengen. Moeten echter
Burgemeester en Wethouders hiervoor niet bij afzonderlijk raads
besluit gemachtigd zijn?
De VOORZITTER antwoordt, dat zulks juridisch onmogelijk is.
De heer JONGBLOED wil nog even terugkomen op een voorstel
van Burgemeester en Wethouders, dat in de vorige vergadering is
aangehouden n.l. de afstand van grond aan de J.W. Frisolaan aan
de firma Korteweg.
De dienst van Openbare Werken is ter plaatse bezig met het
treffen van maatregelen.
Op deze wijze wordt reeds vooruit gelopen op het standpunt van
de Raad. Hij acht dat niet juist en verzoekt Openbare Werken op
dracht te gev'en het werk stop te zetten.
De VOORZITTER zegt, dat de Bouwcommissie ter plaatse de
situatie in ogenschouw zal gaan nemen. In de volgende vergadering
zal dit punlt opnieuw aan de orde gesteld worden.
De heer SCHIJEN zegt, dat naar aanleiding van een uitnodiging,
die de leden der Bouwcommissie ontvingen, om de situatie aldaar
in ogenschouw te nemen, 2 leden dier Commissie zijn gaan kijken.
Deze leden hadden geen bezwaar. Intussen is echter Openbare Wer
ken reeds met het treffen van maatregelen begonnen, ofschoon 2
leden hun mening nog niet kenbaar gemaakt hebben. Daarbij komt
nog dat de Raad terzake nog geen beslissing genomen heeft.
De VOORZITTER zal de Dienst van Openbare Werken opdracht
geven het werk stop te zetten.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER zegt, dat de Ereburger dezer stad Mgr. Hop
mans een uitzonderlijk jubileum gaat vieren. Hij stelt de Raad
voor de Jubilaris een cadeau aan te bieden in de v'orm van een
kruisbeeld, waarvan de prijs ongeveer gelijk is aan die van soort
gelijke attenties aan andere ereburgers.
De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van de
Voorzitter.
De heer BREKELMANS merkt op, dat bij de hedenmiddag in
het Valkenberg gehouden bespreking, door de Raad geen bindende
toezeggingen gedaan zijn.
Hij verzoekt alsnog de Raad in de gelegenheid te stellen hierover
van gedachten te wisselen.
De VOORZITTER meende, dat de raadsleden zich met de plan
nen konden verenigen.
Wenst de Raad over deze"i?y?estie nog te spreken dan kan zulks
geschieden.
Hierna sluit ^de Voorzitter de vergadering.
De Sei
De Voorzitter.