386
6 NOVEMBER 1950
zeer soepel zal worden behandeld; er moeten waarborgen zijn, dat
deze mensen niet van hun woningen worden verjaagd.
Voorts verzoekt spreker te worden ingelicht, of en zo ja in
welke mate de particuliere woningbouw wordt gesubsidieerd. En
wat legt de gemeente toe op elke woning, die zij zelf doet bouwen?
Het argument van de heer Veldkamp inzake de situatie op de
kapitaalmarkt kan spreker niet delen. Voor de woningbouw moeten
zeer grote bedragen worden geïnvesteerd, welke gelden aan de
kapitaalmarkt worden onttrokken. Het maakt echter meent
spreker geen principieel verschil uit, of de overheid dan wel de
particuliere woningbouw deze gelden opneemt.
Spreker wijst er op, dat de woningnood voor de inwoners dezer
gemeente nog steeds zeer groot is. Wordt de particuliere woning
bouw enige vrijheid gelaten, dan mag dat niet tot gevolg hebben,
dat personen van elders zich vrijelijk hier kunnen vestigen, indien zij
maar over geld beschikken om te kunnen bouwen: dat zou
niets bijdragen tot verlichting van de woningmisère in deze ge
meente.
Wordt overgegaan tot het toekennen van een zekere vrijheid
aan particuliere bouwers, dan voelt spreker het meest voor de
meer gedetailleerde methode. Aan de gevraagde inlichtingen, in
het bijzonder betreffende het beleid jegens de kleine bezitters,
hecht spreker veel waarde.
De heer BREKELMANS zegt, dat het voorstel op het eerste
gezicht aantrekkelijk toch veel bezwaren met zich brengt. Hij
had gaarne meer concrete cijfers gehoord; omtrent de toepassing
van de woonruimtewet, hoeveel vorderingen er geschieden en der
gelijke. De gegeven cijfers inzake het vrijkomen van woningen door
sterfte wil spreker niet betwisten: maar hoeveel bejaarde mensen
werden in 1948 gedwongen hun woning te verlaten. Men verlaat
niet graag" zijn huis en een oude boom, die verplant wordt, houdt
het niet lang uit.
Onder eigen bouw verstaat spreker het geheel zelfstandig voor
zich doen bouwen, buiten de grote wooncomplexen. Deze eigen
bouw was ook voor de oorlog niet zo hoog.
Wat zijn de plannen voor de kleine bezitters van een eigen huis,
nu de nieuwbouw wordt vrij gegeven. Ook degene, die reeds lang
een zelfde woning huurde, heeft naar sprekers mening eni
ge aanspraak om niet uit de gehuurde woning te worden gedreven:
hij heeft wat spreker zou willen noemen een huur-eigendom.
Hij stelt het op prijs nader te worden ingelicht om de consequen
ties van het voorstel juister te kunnen beoordelen.
De heer TOXOPEUS meent, dat de nota is ingegeven door de
realiteit. Hij is met de heer Veldkamp van mening, dat de gemeen
te niet kan voortgaan met het bouwen van woningen. Het gaat
echter ook bij de andere sprekers niet om de liberalisatie van de
woningbouw, maar om het herziene beleid in het kader van de
Woonruimtewet. De particuliere woningbouw zal echter niet ge
stimuleerd kunnen worden, indien niet een zekere Vrijheid' van be
woning wordt toegestaan. Gesproken werd over het doen verhui
zen van oudere mensen, die door harde arbeid een eigen huisje
verkregen. Gebeurt dit echter wel Is er geen ministeriële aan
schrijving, waarin deze kwestie is geregeld?
Al zal niemand spreker verdenken voorstander te zijn van te
grote overheidsinvloed, toch voelt spreker het meeste voor de on-