6 NOVEMBER 1950
387
der II in de nota voorgestelde, meer genuanceerde regeling, want
hij meent dat zekere controle van de zijde van de gemeente op
het in gebruik nemen van particuliere nieuwbouw-woningen niet
gemist kan worden. Spreker heeft wel enig bezwaar tegen de on
der d) toegekende vrijheid: gaat men hierbij niet onnodig te ver
door de keuze te laten uit alle urgente woningnoodgevallen, on
geacht de gezinsgrootte Het moet voor de hierbedoelde eigenaren
toch betrekkelijk onverschillig blijven, of de woning door een klei
ner of groter gezin zal worden bewoond. Het is niet nodig in dit
geval een zelfde aanmoedigingspremie te stellen als voor degene
die de nieuwbouw voor eigen bewoning wil kopen.
De woningnood kan slechts worden opgelost door meer en meer
te bouwen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wil
dit bevorderen en is daarom te aanvaarden. Hij stemt voorts in
behoudens het voorgestelde amendement met de onder II aan
gegeven methode.
De heer VAN DEN EEDEN wil niet ontkennen dat alles gedaan
moet worden om het woningnoodprobleem op te lossen. Toch heeft
de nota bij hem vragen doen rijzen. Van de geboden faciliteiten
zullen in het algemeen de minder gegoeden en de grote gezinnen
niet kunnen profiteren. Het gezegde: Wie geld heeft, kan huizen
bouwen, wie geen geld heeft, moet de stenen sjouwen" zal weer
meer dan in het naaste verleden gaan gelden. Spreker maakt zich
bezorgd over het psychologisch effect van deze maatregel: hoe
zal de burgerij reageren, indien de meer vermogenden een eigen
zelfstandig huis kunnen gaan bewonen, terwijl anderen wellicht
reeds vijf, zes jaar naar een kleine woongelegenheid zoeken? Spre
ker verneemt gaarne, hoeveel personen bij het woningnoodbureau
staan ingeschreven en hoe de verdeling van de woningzoekenden is
oVer de maatschappelijke groeperingen. Zullen bij de voorgestelde
methode van stimuleren der particuliere woningbouw de minder
gesitueerden langer op woonruimte moeten wachten, omdat juist
voor hen niet genoeg huizen worden gebouwd? Voorts verneemt
spreker graag, hoe Burgemeester en Wethouders staan ten op
zichte van de kleine bezitters. Hij begrijpt, dat de woningbouw in
geen geval mag stagneren, maar meent, dat toch rekening ermede
moet worden gehouden, dat de sociale rust niet door het woning-
beleid mag worden verstoord.
De heer VERMEULEN verklaart zich tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders. Hij is niet tegen het bevorderen van
de particuliere bouwnijverheid, maar tegen de hier voorgestelde
methode daartoe. Deze prijs is Voor spreker te hoog'. Wanneer het
particuliere initiatief te kort zou schieten indien dergelijke faci
liteiten niet worden verleend', dan moet de overheid zelf voor de
woningbouw blijven zorgen. De voorgestelde methode acht spreker
niet in overeenstemming met het algemeen welzijn, want het re
sultaat ervan is dat de gemeente bij de verdeling van de woon
ruimte zou gaan meten met twee maten: een ruimere voor de
vermogenden, en een krappe voor het overig deel der bevolking.
Wat het financiële aspect betreft, daarin vermag spreker geen
ernstige moeilijkheden te zien. Wanneer het de particuliere nijver
heid gelukt met de woningbouw winsten te maken, dan moet het
voor de gemeente mogelijk zijn het in de woningbouw geïnves
teerde kapitaal terug te krijgen.