388 6 NOVEMBER 1950 De VOORZITTER merkt op, dat wel winsten worden gemaakt door degene, die bouwt en daarna verkoopt, maar niet door degene, die woningen exploiteert, zoals de gemeente. De exploitatie van nieuwbouwwoningen wijst steeds een tekort aan. De heer VERMEULEN vraagt zich voorts af, welk type huizen door het particulier initiatief gebouwd zal worden. Hij vreest zeer, dat de bouw van arbeiderswoningen ernstig in gedrang zal komen, hetgeen tot gevolg zal hebben, dat op de grote groep van hen, die niet over geld beschikken, de last van de woningnood nog zwaarder zal gaan drukken, terwijl zij voor de meer vermogenden lichter zou worden. Spreker kan om genoemde redenen niet met het voorstel instemmen. De heer BRINKERHOF meent, dat Burgemeester en Wethouders zich slechts bezorgd maken over het financiële aspect van de ge meentelijke woningbouw. Door hun plan zullen de onrechtvaardig heden op het terrein van de woningverdeling toenemen. Het is spreker uit ervaring bekend, hoe hierover reeds geklaagd wordt. Indien een aantal beter gesitueerden van inwoning zullen worden Vrijgesteld, dan zal de ontevredenheid onder de arbeiders groeien. Met hetgeen thans wordt voorgesteld, werd reeds een proef bij de nieuwbouw-woningen aan de Graaf Engelbertlaan genomen. Het effect van deze regeling op de bevolking kan daarom reeds nu bekend zijn. Spreker begrijpt de bezorgdheid van Burgemeester en Wethouders niet: ook elders, zoals bijvoorbeeld in Amsterdam, is de gemeente in staat op grote schaal woningen te bouwen. Wat daar mogelijk is, moet ook hier kunnen lukken. Er is toegezegd, dat de meest actieve gemeente ook het meeste zal kunnen bouwen. Spreker zou graag de particuliere bouwnijverheid willen bevorderen, doch niet op de hier omschreven wijze. Alleen het onder II sub b der nota vermelde komt spreker aannemelijk voor. De heer MOL zegt dat deze aangelegenheid hem na aan het hart ligt. Het woningprobleem wordt slechts opgelost door te bouwen: hoe meer nieuwe woningen er komen, des te minder behoeft er woonruimte te worden gevorderd. Men moet niet menen, dat het bouwen door particulieren een sinecure is, integendeel het kost grote offers. De financieringsregeling 1947 was gunstig te noemen. Krachtens deze regeling ontving men een jaarlijkse bijdrage van 500.in het exploitatietekort. Toch werd daarvan in deze gemeente weinig gebruik gemaakt, enkel en alleen omdat het gemeentebestuur in het algemeen de bewoning van de nieuwe woningen niet vrij liet. Wel werd een proef genomen met het woningcomplex aan de Graaf Engelbertlaan: deze proef is geslaagd. Was hier geen soepelheid betracht, dan waren deze 30 woningen niet gebouwd geworden. De Financieringsregeling 1948 was reeds minder aanlokkelijk. De inhoud van 500 m» werd in feite beperkt, door dat daaronder voor taan alles (ook schuurtjes e.d.) werd begrepen. Tevens waren de rijksbijdragen minder hoog. Ook van deze regeling werd in Breda weinig gebruik gemaakt. De nieuwe premieregeling is weer ongunstiger. Men ontvangt nu een bedrag van ten hoogste 3000.— bij een maximale inhoud van de nieuwbouw van 375 M:'>, welke voor zeer grote gezinnen iets meer mag bedragen. De met deze regeling te bouwen woningen blijven derhalve vrij klein. De bouwkosten van een woning van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 388