6 NOVEMBER 1950
391
neer in deze situatie de vader nu ten behoeve van zijn kind een
nieuwe woning laat bouwen, dan zal én hij zelf én het jonge gezin
van zijn kind, vrij van inwoning, in een gezien de woonbehoeften
te groot pand' kunnen wonen. Spreker kan niet geloven, dat
Burgemeester en Wethouders deze consequentie zullen willen aan
vaarden. Ook de methode, onder II aangegeven, kan ten aanzien
van de punten a en d, tot een zelfde resultaat leiden.
Hierbij wordt ook gesproken van urgente woningnood-gevallen.
Spreker vraagt zich af, wat in deze urgent is. Naar zijn mening
kan de woonbehoefte van een jonig span, dat al jaren wacht en
zoekt naar een woongelegenheid, als urgent worden beschouwd.
Tenslotte ziet spreker als resultaat van het voorgestelde systeem,
dat grote winsten worden gemaakt door de verkoop van nieuwe
woningen, terwijl door het geven van sleutelgeld men in het vrije
genot Van een eigen, ruim en zelfstandig huis zal kunnen komen.
Spreker kan dit voorstel van Burgemeester en Wethouders niet
ondersteunen.
De heer DRION zegt, dat de armoede in de woningsituatie zo
veel mogelijk gezamenlijk gedragen moet worden, maar dat overi
gens in die armoede niet mag worden berust: men moet met alle
kracht streven naar uitbreiding van de woongelegenheid; het ge
weldig tekort aan woonruimte moet worden aangevuld. Als te ver
wachten is, dat de overheid daartoe alleen niet in staat is, dan is
het plicht de particuliere bouwnijverheid in te schakelen. Moeten
daarvoor enige concessies worden gedaan, dan is het verantwoord
deze te doen. Kon de gemeente zelf de woningbouw geheel verzor
gen, dan lag de zaak anders; maar nu moet uit twee mogelijkheden,
het stagneren van de woningbouw en het geven van zekere voor
rechten aan de particuliere bouwers, het minst kwade gekozen
worden.
Niet vergeten mag worden, dat ook de particuliere nieuwbouw
bijdraagt in cTc verruiming van de woongelegenheid, waarvan ook
weer anderen profiteren.
Spreker wijst er op, dat degenen die voor zich zelf bouwen, een
groot financieel offer dragen en risico lopen, waarmede zij echter
de gemeenschap een dienst bewijzen, zodat het niet onredelijk is
daar zekere voordelen tegenover te stellen. De oplossing is ook voor
spreker niet ideaal, doch hij acht het in de gegeven omstandigheden
noodzakelijk en verantwoord kleinere onbillijkheden en een zekere
bevoorrechting in het woningbeleid te accepteren, omdat men
anders niet uit de impasse van de woningnood kan geraken.
Spreker steunt daarom het voorstel Van Burgemeester en Wet
houders. Wel heeft hij een bezwaar tegen de concessies, welke onder
van de tweede methode (welke ook hij prefereert) worden voor
gesteld. In de daar bedoelde gevallen moet enige tegemoetkoming
worden betoond, echter naar het spreker voorkomt niet in
die mate, als hier is aangegeven. Bij verhuur van panden, voor
belegging gebouwd of aangekocht, zou met de gezinssterkte van de
gegadigdten rekening moeten worden gehouden, zij het dat een
ruimere bewoning dan in normale gevallen zou moeten worden
toegestaan.
Overigens is voor spreker het voorstel van Burgemeester en
Wethouders als een brug die de oever van uitbreiding van de woon
ruimten verbindt met die van de stringente verdeling daarvan.
De heer VAN KAMPEN staat niet afwijzend tegenover de ge-