396 6 NOVEMBER 1950 kleine bezitter van voor 1940 in geen geval uit zijn woning zal worden uitgevorderd. De VOORZITTER herhaalt zijn toezegging, dat geen vordering zal plaats vinden ten aanzien van bejaarde mensen. De heer RATTINK Vraagt hoe zal worden opgetreden ten aanzien van het overig deel van de door hem bedoelde groep. De VOORZITTER zegt hierop in geen geval positief te kunnen antwoorden, dat geen vorderingen zullen plaats vinden. Een der gelijke, vergaande toezegging, die hem zou binden, kan hij in geen geval doen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake het vrijgeven van woningen bij nieuwbouw, door particulieren tot stand gebracht, op de wijze als onder II der nota aangegeven, door de Raad aanvaard. De heren Brinkerhof, Rattink, Van Swol en Vermeulen wensen te worden geacht te hebben Vervolgens sluit de VOORZITTER de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 396