15 NOVEMBER 1950 403 Hierna gaat de Raad, op verzoek van de heer Veldkamp in be sloten zitting. Na de heropening der openbare vergadering neemt de VOORZIT TER, alvorens de agenda aan de orde te stellen, het woord om de ereburger Dr. H. J. L. Struycken, die overleden is, te herdenken. Door destijds Dr. Struycken tot ereburger te benoemen, heeft de Raad niet alleen deze man geëerd, maar ook de stad gehuldigd. Dr. Struycken was een beroemd man. Spreker was er trots op, dat Dr Struycken een Bredase burger was, die hier zijn arbeids veld had. Waarom was deze man zo markant en merkwaardig? Op de eerste plaats om zijn wetenschappelijk inzicht. Een dergelijke visie is slechts aan weinigen gegeven. Het was wijlen Dr Struycken, die naast het geordend weten een oorspronkelijke critische geest bezat. Hij zou het met zijn grote geestesgaven nimmer zo ver gebracht hebben, indien hij geen zelfdiscipline had gekend. Hij bezat een gezond lichaam, maar gaf zich toch nimmer over aan verspilling van krachten. Hij sprak niet meer dan nodig was. Aan deze man was het gegeven drie generaties medisch te kunnen behandelen en daarnaast zijn wetenschappelijke werkzaamheden te kunnen ver richten. Spreker heeft de samenwerking tussen Dr. Strucken en diens echtegenote gekend'. Deze samenwerking is een bijna klas siek voorbeeld. Zij was een vrouw die haar man inspireerde en hem tot zijn grote prestaties bracht. Het is echter niet alleen dit, wat tot dank verplicht. Het waren ook zijn plichtsbetrachting en persoonlijk voorbeeld, die respect afdwongen. Het is bekend, dat spreker het vorig jaar te kampen had met een oorontsteking. Op de dag, dat Dr Struycken zijn zoon ging begraven, brak het abces open. Eén uur voor de begrafenis is spreker nog" door de heer en mevrouw Struycken behandeld. Op deze wijze behandelde deze man niet alleen hem, doch ook de an dere patiënten. Een dergelijke opofferingsgeest getuigt van een hoge levensopvatting van dit paar mensen. Velen zouden bij zo'n smartelijk verlies het hoofd verloren hebben. Dit feit staat echter niet alleen. Toen omstreeks Pinksteren 1940 de vijand Nederland binnen viel, nam Dr. Struycken, die, na de evacuatie, het eerst in Breda terug was, de leiding van het stadsbestuur op zich. Dit was op zichzelf reeds een daad van moed. De leegte der stad, die voor Breda gevaarlijk was, vulde hij aan met zijn grote geest. Van Dr. Hermans heeft spreker hierover het volgende vernomen. Een soldaat die in de rug getroffen was, werd het stadhuis bin nengebracht. De Duitsers meenden, dat burgers op deze man ge schoten hadden. De generaal wilde repressailles treffen door het fusilleren van gijzelaars of door het in brand steken van een stads wijk. Maar deze generaal Vond Dr Struycken, die de Duitsers kende tegenover zich. Dr Struycken stelde de generaal voor hem te ne men, daar hij de leiding der stad op zich had genomen en bovendien de oudste was. De Duitser zei niet veel meer; men vond het beter de zaak te onderzoeken. Na 1 uur zei Dr. Struycken tegen Dr. Hermans, dat niemand doodgeschoten, noch een stadswijk in brand gestoken zou worden. De Duitsers beweerden in die tijd eveneens, dat het leidingwater vergiftigd was. Het was Dr Struycken die toen een glas water dronk. Deze man leidde op dat historisch uur deze stad. Breda is hem grote dank schuldig, zodat spreker de Raad verzoekt zich van de zetels te verheffen om wijlen Dr. Struyc ken te herdenken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 403