15 NOVEMBER 1950 409 Wethouder ROMSOM merkt op, dat de Verkopen eerst door Bur gemeester en Wethouders goedgekeurd worden. De VOORZITTER heeft er geen bezwaar tegen, dat het een en ander bezien wordt. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter besloten. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van art. 31 van d'e Bouwverordeningen der gemeenten Princenhage, Ginneken en Teteringen en van art. 38 van de Bouwverordening der gemeente Breda. (Bijlagen 1950 no. 354.) Dienovereenkomstig wordt besloten. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoon baarverklaring van de woningen Cartier van Disselstraat 9 t/m 15. (Bijlagen 1950 no. 355.) De heer KRAMERS kan met het voorstel wel instemmen. Het is hem echter bekend, dat intussen de eigenaresse overleden is. Hoe denken de erfgenamen over de sloping en herbouw? De VOORZITTER hoopt, dat de erfgenamen aan het voornemen uitvoering zullen geven. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig het voorstel. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om gedurende 5 jaren een jaarlijks subsidie te verlenen in de kosten van streek- rijwielpaden. (Bijlagen 1950 no. 356.) De heer KOERTSHUIS meent, dat dit voorstel toejuiching ver dient, vooral omdat Breda een centrum van toerisme wil zijn. Bovendien is het een aantrekkelijk object om in werkverschaffing uitgevoerd te worden. De rijwielpaden zullen door vreemdelingen ten zeerste gewaardeerd worden. Zou Breda zelfs 10 kilometer rijwielpad moeten aanleggen, dan zou zo'n object veel duurder zijn. Nu het Rijk en Provincie voorgaan een subsidie te verlenen, dient Breda, als centrum-gemeente zeker niet achter te blijven. Spreker stelt Voor met het voorstel in te stemmen, doch slechts dan het subsidie te verlenen, indien zulks eveneens geschiedt door de Provincie en de andere gemeenten en het object binnen een redelijke termijn wordt uitgevoerd. De VOORZITTER acht het niet verstandig het subsidie dan pas te verlenen, als de andere gemeenten ook hiertoe overgaan. Het is voor Breda van belang, dat het plan uitgevoerd wordt. Daarom is het onderhavige voorstel ter tafel gebracht. Spreker kan de ge dachte van de heer Koertshuis in zoverre steunen, dat de gemeente de zekerheid moet hebben, dat het plan wordt uitgevoerd. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig het voorstel, mits de aanleg van de op Breda's grondgebied geprojecteerde rijwielpaden wordt uitge voerd, ook al verlenen noch de andere gemeenten noch de Provincie enig subsidie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 409