15 NOVEMBER 1950
413
Mevïouw SLOTPLATTEL wil nog gaarne nader ingelicht
worden. Worden de cursussen in huishoudscholen gegeven?
De heer BREKELMANS vraagt of de lessen door bevoegde
krachten gegeven worden.
Wethouder Romsom heeft medegedeeld, dat de cursussen in wijk
huizen gegeven worden.
Is dat niet deprimerend voor degenen, die de cursus willen be
zoeken
Dit gaat zodoende een bepaald stempel dragen.
De cursussen zijn wel geschikt om in huishoudscholen gegeven
te worden.
De heer VELDKAMP begrijpt dit debat niet goed. Als Mevrouw
SlotPlattel het voorstel wenst aan te houden, dan moet hij dat
ontraden. Zijn fractie heeft hieraan ook geen behoefte. De heer
Brekelmans is van oordeel, dat de cursussen niet in wijkhuizen
gegeven moeten Worden, omdat ze dan het stempel dragen van een
bepaalde wijk. Spreker meent, dat zulks niet zo erg is, aangezien
het juist die categoriën betreft, die hieraan de meeste behoefte
hebben. Het werk is een sociale maatregel, die geboren is uit een
sociale nood. Een van deze noden is het gebrek aan huishoudelijke
kennis. Waar dit gebrek heerst is juist deze cursus op haar plants.
De heer JONGBLOED is het met de heer Brekelmans eens. De
wijkhuizen zijn in min of meer a-sociale wijken opgericht. Zij die
zich niet tot bedoelde groep rekenen, kunnen daardoor bezwaren
hebben de lessen te volgen. Ze zullen bang zijn erop aangekeken te
worden in een dergelijk huis hun opvoeding te ontvangen. Volgens
mej. Koppelaar wordt beoogd een voorbereiding voor de huishoud
school. Spreker is het hiermede niet eens. Slechlts jonge meisjes
gaan hier naar toe. Het doel, waarvoor de cursussen gegeven wor
den, is toch die moeders huishoudelijk onderwijs te geven, die deze
kunst nog niet machtig zijn? Spreker wil daarom deze lessen niet
zien als een voorbereidend werk voor de huishoudschool. Hij vraagt
of degenen die de lessen geven, de nodige bevoegdheden bezitten en
hoe de namen van de commissieleden luiden.
Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op, dat de commissie voor
iedereen werkzaam is. Op de eerste plaats worden de cursussen in
de huishoudscholen gegeven. Deze scholen bieden echter slechts een
beperkte mogelijkheid. Blijken de huishoudscholen niet alle cursis
ten te kunnen bevatten, dan is door de minister toestemming ge
geven, de overige elders onder te brengen, mits het een en ander
geschiedt onder toezicht van de commissies inzake huishoudelijke
voorlichting. Onder „elders" dient hier verstaan te worden: wijk
huizen, parochiehuizen enz. De cursus zal ook daar gehouden wor
den, waar een groep dames het wenst. Het is dus speciaal de be
doeling de moeders in de gelegenheid te stellen dit onderwijs te
volgen. Iedereen kan zich voor deze cursus aanmelden, omdat ze
algemeen is. De commissie is samengesteld uit: Wethouder Rom
som, voorzitter; Zr. Koppelaar, secretaresse; de heer Verschuuren,
penningmeester; en de leden mej. Buys, mej. Holwerda en mej.
Wilking.
Mevrouw SLOTPLATTEL wenst er de voorkeur aan te geven,
dat de huishoudscholen ingeschakeld worden, aangezien daar alle
leerkrachten en materialen aanwezig zijn.