15 NOVEMBER 1950 415 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van een crediet voor verbetering der vloeren van de kleuter klassen in het schoolgebouw Boschstraat. (Bijlagen 1950 no. 369.) De heer DRION kan zich met het voorstel verenigen. Hij merkt echter op, dat de school een aaneenschakeling van verrassingen biedt. Reeds diverse credieten zijn beschikbaar gesteld', zoals voor het gebouw en de toiletten, terwijl nu weer een crediet voor ver betering der vloeren wordt gevraagd. Zodoende wordt telkens een crediet gevraagd voor onderdelen, die achtereenvolgend worden uitgevoerd. Waren alle werkzaamheden tegelijk verricht, dan zou zulks goedkoper geweest zijn. Hij verzoekt in het Vervolg te over zien welke werkzaamheden verricht moeten worden, opdat met één crediet volstaan kan worden. Aangezien de medische adviseurs zeggen, dat de voorgestelde verbetering noodzakelijk is, wil spreker zich niet tegen het voorstel verzetten. De VOORZITTER beaamt dit. Hij is het met een dergelijke werk wijze, die ook bij het inrichten van het nieuwe woonwagenkamp is gebezigd, niet eens. Wethouder MEYS zegt, dat oorspronkelijk wel geconstateerd was, dat de vloeren slecht waren. Ze waren echter zo vuil, dat niet voorzien kon worden, welke werkzaamheden eventueel plaats moesten vinden. Aanvankelijk dacht men, dat een grondige schoon maak voldoende zou zijn, zodat dan grote kosten vermeden konden worden. Nadat zulks niet het geval bleek, hebben Burgemeester en Wethouders terzake een begroting laten opmaken. Deze begroting was zeer hoog. Daarom werd voorgesteld de triplexplaten niet aan te brengen maar de vloeren slechts af te schaven. De: slechte toe stand maakte dat echter onmogelijk. Hieruit volgde, dat geen andere voorzieningen getroffen konden worden dan welke thans worden voorgesteld. De heer BRINKERHOF merkt op, dat de heer Drion nog wel vaker voor dergelijke verrassingen zal komen te staan. De Dienst van Openbare Werken stelt de begrotingen zuinig op, zoals bij bouwwerken altijd het geval is. Bovendien kan niet steeds alles overzien worden. De heer VERMEULEN wil het betoog van de heer Drion in zijn algemeenheid onderschrijven. Spreker hoopt, dat dergelijke gevallen zullen verminderen, ook al moet daardoor de begroting ruimer op gesteld worden. De VOORZITTER zegt, dat dergelijke credieten het College ook wel eens verrassen. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel. 26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek Van het Katholiek Vrouwengilde om gemeentelijke steun ten behoeve van het kleuteronderwijs. (Bijlagen 1950 no. 370.) De heer STUBENROUCH is bij het doorlezen van het Centraal - Rapport over de begroting 1951 vragen over het Kleuteronderwijs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 415