428
20 NOVEMBER 1950
De. heer VELDKAMP merkt bij interruptie op, dat hij meende,
dat dit standpunt in de stukken stond.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat genoemde sprekers bezwaar
tegen het voorstel hadden, omdat de gemeente hiermede zich op
het terrein zou begeven, dat behoort aan het particuliere bedrijfs
leven, en dat de. verkoop en verhuur van de warmwatertoestellen
daarom moet worden overgelaten aan het particuliere initiatief.
De heer Toxopeus, voor wie dit een principiële kwestie is, wil
spreker vragen, of dit een persoonlijk standpunt is dan wel een
van zijn politieke partij. Het is spreker bekend, dat de leden van
deze partij, welke elders in een gemeenteraad zitting hebben, een
dergelijk voorstel wel acceptabel hebben geacht.
Verder meent de, heer Toxopeus, dat de warmwatertoestellen niet
direct noodzakelijk zijn, en dat iemand beter eerst kan sparen voor
dat hij een dergelijk toestel aanschaft. Ofschoon in deze laatste
redenering iets inzit, kan spreker er toch op wijzen, dat de behoefte
aan deze toestellen zo groot is, dat duizenden en duizenden er prijs
op stellen deze in huur te kunnen nemen.
De heer Toxopeus heeft medegedeeld, dat in een bepaalde grotere
gemeente, waar op soortgelijke wijze warmwatertoestellen door de
gemeente zijn verhuurd, zulks voor de gemeente een finantiële strop
zou betekenen. Mag spreker vernemen, welke gemeente dit is
De heer Toxopeus heeft de verdiensten, welke de middenstand bij
aanvaarding van dit voorstel zou kunnen maken, vergeleken met het
basisinkomen, dat een arts uit zijn fondspraktijk verkrijgt. Spreker
heeft zich toen moeten afvragen, of hier niet een standpunt naar
voren kwam, waarin alle sociale voorzieningen te ver gaan, en men
het liefst terug wil naar de toestand van voor de oorlog. Hij moet
beslist ontkennen, dat door dit voorstel het initiatief en de gezonde
concurrentie van de middenstand te kort worden gedaan. Integen
deel, het zal een prikkel zijn tot activiteit van de loodgieters, die
meer zullen verdienen naarmate zij warmwatertoestellen kunnen
plaatsen en aansluiten.
De heer Veldkamp heeft gezegd, dat ofschoon hij niet vaart
op het politiek kompas van de heer Toxopeus hij door diens be
toog toch werd bekoord. Als zoon van een zeevarend volk kan deze
echter weten, dat het kompas van een schip afwijkt, wanneer een
andere boot langs vaart. Het is dan zaak dat men zich daardoor
niet laat beinvloeden en de eigen koers blijft aanhouden.
Wanneer de heer Veldkamp meent, dat de gemeente hier niet op
het particuliere terrein mag komen, dan is dit voor spreker een oud
geluid, dat in deze Raad ook werd vernomen, toen voor het eerst de
radiodistributie ter sprake kwam. Men meende zich daarvan te
moeten onthouden, maar twee jaar later toen opnieuw een voor
stel daartoe werd ingediend werd dat met algemene stemmen
aanvaard. Zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Zo herinnert
spreker zich nog de tijd, dat men hier en elders oordeelde, dat een
arbeiderswoning, bestaande uit een kamer en twee bedsteden vol
doende was te achten: later is men gaan inzien dat ook de arbeiden
de stand aanspraak op ruimere behuizing' kan maken.
Spreker is van oordeel, dat de gemeente dit verzorgingsgebied te
samen met de particuliere nijverheid moet betreden, omdat het hier
om een groot belang voor de gehele bevolking gaat. Door bedoelde
warmwatertoestellen kan beter dan zulks anders het geval is
worden voorzien in de grote behoefte aan warm water, welke in elk
gezin aanwezig is: voor de huisvrouw, in de keuken, voor de kleine