436
2'0 NOVEMBER 1950
de inrichting van het huis, hetzij in de keuken, hetzij in de bad
gelegenheid.
De heer VAN GILS zegt in beginsel tegenstander van dit voor
stel te zijn. Indien dit nochtans wordt aangenomen, dan zal hij het
op prijs stellen, wanneer in artikel 2, lid 3, van de ontwerp-ver-
ordening, welke bij dit voorstel is gevoegd, de woorden „zonder
opgaaf van redenen" wordt gewijzigd in „met opgaaf Van redenen".
Hij acht het onbevredigend, dat zonder enige mogelijkheid van
verweer een aanvrage door de directeur van de gemeentelijke licht-
bedrijven kan worden afgewezen.
Mevrouw SLOTPLATTEL wil nu de wethouder heeft gezegd
te betreuren, dat de vrouwelijke raadsleden tot nu hadden gezwegen
in dit debat over een zo bij uitstek huishoudelijke aangelegenheid
- gaarne harerzijds het voorstel warm aanbevelen. Voordat zij in
Breda kwam wonen, had zij reeds ongeveer 16 jaar een geyser in
gebruik en zodoende het nut ervan leren begrijpen. Het is
haar bekend, dat men in het Heuvelkwartier zeer ingenomen is met
de douchecel, die in vele woningen is aangebracht. Grote gemeenten
bewegen zich al ongeveer 25 jaar op dit terrein. Voor arbeiders is
een geyser een groot gerief en hygiënisch beslist verantwoord.
Zij wil graag het voorstel bij de Raad aanbevelen.
De heer SCHIJEN meent een kleine opmerking te moeten
maken, nu in verband met dit voorstel een mening van de bouw
commissie is vermeld.
Het is juist, dat de bouwcommissie van oordeel is, dat in de
nieuwbouw-woningen van de gemeente de nodige sanitaire inrich
tingen worden aangebracht, waarbij met het bouwen van het huis
rekening is gehouden. Aanvankelijk geschiedde dit, doch later
werden deze inrichtingen weder uit de woningen gehaald op last
van de Minister van Wederopbouw, die deze hogere kosten niet
accepteerde, omdat hij er naar streeft de huurprijzen laag te
houden. De bouwcommissie zal het op prijs stellen, indien deze
sanitaire inrichtingen opnieuw in de woningen worden aangebracht.
Naar sprekers mening dienen de kosten, daaraan verbonden, m de
huurprijs te worden verdisconteerd.
Het voorstel, dat thans is gedaan, is van een principieel andere
strekking. Hiermede kan spreker zich niet verenigen.
De heer BRINKERHOF wijst er op, dat het twistpunt in deze
aangelegenheid hierin is gelegen: moet deze zaak overgelaten wor
den aan het particulier initiatief of niet? Nu heeft de praktijk be
wezen, dat in de particuliere sector bijna geen geysers worden ver
kocht, omdat de kosten van a.anschaffing zo hoog zijn.
Het financieringsinstituut heeft spreker steeds beschouwd als een
uitkomst voor de middenstand, welke anders niet kon concurreren
tegen de afbetalingszaken. Ook de middenstand heeft dit begrepen
en was dankbaar toen de gemeente aan de oprichting van dit in
stituut medewerkte.
Spreker zou het inderdaad beschouwen als een achteruit zetten
van de klok, wanneer dit Voorstel werd verworpen.
Deze discussies herinneren spreker aan de tijd, dat hij zitting
had in de raad der gemeente Ginneken. Jarenlang heeft spreker
in die Raad er op gewezen, dat ook kleinere arbeiderswoningen een