446
20 NOVEMBER 1950
bedrijfsleven, nog verder gaat dan Burgemeester en Wethouders
voorstellen, omdat men daar soms alle onkosten vergoed. Spreker
zal dit Voorstel dan ook steunen.
De heer VERMEULEN kan zich eveneens met dit voorstel ver
enigen. Hij acht het een algemeen belang, dat het personeel zich
bekwaamt voor zijn taak. Spreker wenst deze kwestie ruimer te
bezien, dan de heer Schijen schijnt te doen: het nut van een derge
lijke regeling is algemeen, en betreft niet alleen de gemeente. Ook
in het particuliere bedrijfsleven beziet men deze aangelegenheid
niet zo eng. Hij zou het daarom ongewenst vinden de vergoeding
in de studiekosten te willen binden aan het onmiddellijk voordeel
van de gemeente. Ook de richting, die de heer Brinkerhof wil in
gaan, kan spreker niet aanbevelen.
Wethouder ROMSOM is het niet eens met de heer Schijen. In
dien een tegemoetkoming aan de studerenden wordt gegeven, dan
is dit voor deze nuttig, maar ook de gemeente heeft belang bij het
volgen van een opleiding. Zelfs al wordt het diploma niet behaald,
dan nog is betrokkene door zijn studie beter geschikt geworden
voor de vervulling van zijn ambtelijke taak. Dit is zo bij de studie
voor het diploma Maatschappelijk Werker voor het personeel van
de dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon, en dezelfde ver
houdingen doen zich voor bij de andere diensten en bedrijven. De
taak op de le en 5e afdeling op de secretarie bijvoorbeeld is steeds
ingewikkelder geworden: het is van groot belang, dat het personeel
zich verder bekwaamt, wat de gemeente ten goede komt.
Spreker wil het voorstel van de heer Veldkamp, om deze rege
ling voor èèn jaar aan te nemen, overnemen. Het kan immers
blijken, dat de bakens verzet moeten worden en dat in deze aan-
glelegenheid uiteindelijk beter op een andere wijze kan worden
voorzien.
Met de suggestie van de heer Brinkerhof kan spreker niet ao
coord gaan. Vooreerst is de mogelijkheid van misbruik niet uitge
sloten, doordat men na het verlenen van een vaste diploma
toelage betrokkene niet op de geschikte tijd bevordert. Boven
dien is dit voorstel voor het lager technisch personeel niet accep
tabel, omdat bij een nog lage toelage zij, die in de 4e loonklasse
staan, meer zouden verdienen dan degenen die in de 5e klasse zijn
ingedeeld.
Spreker verzoekt de door Burgemeester en Wethouders voorge
stelde regeling voor een jaar vast te stellen.
De heer SCHIJEN merkt op, dat het door de Wethouder gegeven
voorbeeld behoort tot de eerste categorie, welke hij heeft gesteld.
Anderzijds wil hij wijzen op de mogelijkheid, dat een ambtenaar ter
secretarie met vergoedingen van de gemeente rechten gaat stu
deren, om zich daarna als advocaat en procureur te vestigen.
Spreker zou hierin geen enkel gemeentelijk belang zien.
De VOORZITTER wijst op het grote voordeel van elke studie,
namelijk dat zij de mens fit en de geest levendig houdt. Hij zou
daarom wat de ambtenaren studeren van minder belang achten
dan het feit van de studie op zich. Hij acht het volkomen verant
woord, dat men de jonge ambtenaar in de gelegenheid stelt om
vooruit te komen. Hij hoopt overigens de personeelsbezetting beter