2'0 NOVEMBER 1950 449 De VOORZITTER wijst erop, dat dit verzoek te laat binnen kwam om nog in deze maandelijkse vergadering te worden behan deld. In de vergadering van Burgemeester en Wethouders is over dit verzoekschrift gesproken. Ofschoon het college zeer sympathiek staat tegenover het werk van dit comité, kon het geen gelden vinden, die voor dit doel beschikbaar konden worden gesteld. Spreker is niet ongenegen deze zaak op de agenda van de Volgen de vergadering te plaatsen, maar het advies van Burgemeester en Wethouders zal helaas moeten zijn afwijzend op het verzoek te beschikken. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend goed te doen hun mening inmiddels aan het bestuur kenbaar te maken. De heer VERHAAK meent te weten, dat de betrokken kinderen allen reeds door de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids dienst zijn onderzocht, welke dienst de uitzending noodzakelijk oordeelde. Andere dergelijke instellingen in de gemeente kunnen in gelijke gevallen nog wel kinderen uitzenden, omdat de hun ge geven subsidie toereikend is om aan de aanvragen te voldoen. Het Katholieke Comité kan dit echter niet meer doen. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat indien althans haar in lichtingen juist zijn reeds een half jaar geleden een aanvrage is ingediend voor verhoging van de subsidie. Toen is het bestuur ge vraagd op het einde van het jaar op dit verzoek terug te komen. Spreekster zou het betreuren, indien de beslissing in deze zaak werd verschoven tot half December: de zwakke kinderen worden daarvan de dupe. De heer VELDKAMP zou het wel zeer betreuren, indien het comité eerst gezegd zou zijn in deze periode het verzoek te her halen, en daarop nu afwijzend is beschikt. De VOORZITTER geeft de verzekering, dat dit niet zou zijn geschied, indien er geld aanwezig zou zijn geweest. Wethouder ROMSOM zegt dat dit verzoek in de voorlaatste ver gadering van Burgemeester en Wethouders zeer ernstig! is over wogen. Als er echter beslist geen gelden te vinden zijn, dan houdt alles op. Ook vorig jaar kon dit comité niet tot volledige uitzen ding komen. Wellicht is het voor het bestuur mogelijk de subsidies meer gelijkelijk over het gehele jaar te besteden. Spreker wil er wel op wijzen, dat hij naast inwilliging van dit verzoek, ook nog andere zaken zeer noodzakelijk acht, zoals bij voorbeeld een duurtetoeslag voor hen, die regelmatig door het Burgerlijk Armbestuur worden ondersteund: als er echter geen gelden beschikbaar kunnen worden gesteld, dan moet men zich daarbij neerleggen. Het is ook niet zo, dat de gemeente iedere aanvrage om subsidie kan realiseren. Wellicht kan bij de begrotingsbehandeling op deze zaak worden teruggekomen. De heer VELDKAMP zegt dat het hier niet gaat om een lukraak uitzenden van kinderen, maar om uitzending van hen, voor wie zulks door de gemeentelijke geneeskundige dienst nodig is geoor deeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 449