450
20 NOVEMBER 1950
Wethouder ROMSOM wijst er op, dat alle aanvragen aan ge
noemde dienst ter beoordeling worden voorgelegd. Men moet echter
nog een onderscheid maken tussen hen, die voor uitzending in aan
merking komen, en de urgente noodgevallen. Om deze laatste gaat
het Voor zo ver spreker weet niet.
Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat het allen urgente gevallen
zijn.
De VOORZITTER meent, dat thans in deze geen beslissing kan
worden genomen. Hij zal het verzoekschrift op de agenda van de
volgende vergadering plaatsen.
Hiermede stemt de Raad in.
Vervolgens xéljiit de VOORZITTER de vergadering.
De Secretaris,
De Voorzitter