13 DECEMBER 1950
461
Zonder verdere bespreking wordt het schrijven voor ken
nisgeving aangenomen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanbren
gen van een afsluiting langs het binnenterrein, gelegen nabij de
Ploegstraat. (Bijlage 1950, no. 415).
De heer WEZENBEEK betuigt zijn instemming met het voorstel.
Hij verzoekt het ter plaatse aanwezige speelterrein te verwijderen
en naar een andere plaats over te brengen, omdat het vanaf de
publieke weg niet zichtbaar is. De speeltuin-commissie zal wel enig
toezicht houden, doch zulks is niet voldoende te achten.
De VOORZITTER vraagt naar welk terrein de speeltuin dan
overgebracht moet worden.
De heer WEZENBEEK zegt, dat hiervoor b.v. de Fatimastraat
geschikt is. Het speelterrein moet vanaf de publieke weg zichtbaar
zijn, hetgeen een beter toezicht waarborgt.
De heer KOERTSHIJIS zegt, dat het in de bedoeling ligt binnen
kort met een voorstel van de. speeltuincommissie te komen om een
andere plaats voor deze speeltuin aan te wijzen. Deze speeltuin is
niet goed gelegen, aangezien behoorlijk toezicht niet mogelijk is.
De VOORZITTER vraagt zich af, waar dan het crediet zal blijven
dat nu beschikbaar wordt gesteld.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat de heer Koertshuis over
te weinig toezicht klaagt. Er is inderdaad onvoldoende toezicht.
De secretaris der speeltuincommissie woont in de Tennisstraat,
Spreker heeft in de Bouwcommissie voorgesteld voor de speeltuin
alsook voor de andere speeltuinen een buurtcommissie in te
stellen, die toezicht houdt. Veel werk geeft dit niet, daar de wonin
gen van de Fr. Rooseveltlaan voor dit doel hoog genoeg zijn. De
moeilijkheden behoeven dan niet op een andere manier opgelost te
worden.
De VOORZITTER acht het noodzakelijk, dat Burgemeester en
Wethouders eerst informeren, wat er met het crediet gedaan wordt.
Wordt het speelterrein verplaatst dan zal dit bedrag in petto ge
houden worden.
De heer KAMPHUYS zal graag zien, dat deze kwestie met de
speeltuincommissie wordt besproken.
De VOORZITTER zegt toe dat zulks zal geschieden.
De heer KOERTSHUIS merkt op, dat iedere tuin een apart
comité heeft, dat toezicht houdt. Het comité van bedoelde speeltuin
is het met de verplaatsing volkomen eens.
De VOORZITTER antwoordt dat met het comité overleg ge
pleegd zal worden.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig
het voorstel, met dien verstande, dat bij eventuele ver
plaatsing van de speeltuin het crediet in petto gehouden
zal worden.