13 DECEMBER 1950
463
Uit deze stemming blijkt, dat het voorstel van de heer Van
Kampen met 23 tegen 11 stemmen is aangenomen. Tegen stemden
mevr. SlotPlatter en de heren Van Haperen, Vermeulen, Brinker-
hof, v. Houten, Meys, Rattink, Kamphuys, Jongbloed, Romsom en
Van Egeraat.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot plaatsing van
een nieuw urinoir aan de Weerijssingel. (Bijlagen 1950, no. 417).
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om enkele perce
len gelegen in het uitbreidingsplan Liniestraat e.o. buiten de ont
eigening' te houden. (Bijlagen 1950, no. 418).
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herverkave
ling en toewijzing plan Mr. Dr. Frederikstraat. (Bijlagen 1950,
no. 419).
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van
grond, gelegen aan de Mr. Dr. Frederikstraat en aan de Marken-
daalseweg' met W. A. A. Vermeulen. (Bijlagen 1950 no. 457).
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voorlopige
goedkeuring van het plan tot onteigening van gronden, gelegen in
het uitbreidingsplan ..Montensbos" en „Boeimeer". (Bijlag'en 1950
no. 421).
De heer DRION zeglt, dat het onderhavige voorstel verregaande
consequenties met zich brengt. De Voorgestelde oplossing is niet
elegant te noemen, daar deze vrij sterk ingrijpt in de persoonlijke
rechten van belanghebbenden. De oplossing is niet zo eenvoudig.
Ze plaatst de tegenpartij in een min of meer moeilijke positie.
Spreker heeft zich afgevraagd, of het nodig is zo rigoreus te werk
te gaan.
Een deel der belanghebbenden is bereid aan deze kwestie mede
werking te verlenen. Hij verzoekt het voorstel tot de volgende
vergadering aan te houden en zich te beraden of deze zaak niet op
een minder rigoreuse wijze tot een oplossing is te brengen. Spre
ker kan niet zeggen, wat wel zal moeten geschieden. Zulks moet
door hem nog nader bezien worden.
De heer JONGBLOED is het met de heer Diron niet eens. De
gemeente sukkelt met deze zaak reeds enkele jaren, terwijl er in
tussen nog geen woningen gebouwd zijn. Medewerking van de zijde
der belanghebbenden is er niet geweest; wel tegenwerking, die
spreker niet wil beoordelen. Het algemeen belang moet echter de
doorslag geven. Nu men langzamerhand bereid is medewerking te
verlenen door van de voorwaarden af te zien, moeten de laatste
belemmeringen ook maar uit de weg geruimd worden. Spreker
vraagt of de gemeente inzake onteigening tegen de Staat kan op
treden. Zulks doet formeel vreemd aan. Materieel bezien heeft het
sprekers volle instemming, dat het bouwplan wordt verwezenlijkt.
De heer TOXOPEUS is van hetzelfde gevoelen als de heer Drion.
Hij heeft echter te weinig tijd' gehad zich behoorlijk te oriënteren.
De moeilijkheden, die door de heer Drion genoemd zijn, springen