472 13 DECEMBER 1950 Zonder verdere bespreking besluit de Raad de heer G. Minderhoud te benoemen tot lid, c.q. plaatsvervangend lid in de commissies van georganiseerd overleg. De VOORZITTER vraagt de heer Minderhoud of deze de benoe ming aanvaardt. De heer MINDERHOUD antwoordt bevestigend. 45. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het bestuur der R.K. Jongensschool, Oranjeboomstr. 188, om, op grond van het bepaalde in art. 72' der D.O.wet, gelden te mogen ontvangen voor de uitbreiding van de betegeling der speel plaats. 46. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van een aantal leraren aan de gemeente avondschool voor am bachtslieden voor de duur van het cursusjaar 19501951 en een leraar aan het leerlingenstelsel der N.V. Constructiewerkplaats „Rayon" voor de duur van de periode van 1 October tot en met 31 December 1950. De Raad besluit overeenkomstig dit prae-advies en voor stel. De navolgende schriftelijke antwoorden van in vorige Ver gaderingen gestelde vragen hebben ter visie gelegen en worden bij deze voor kennisgeving aangenomen: 1. Vraag: De heer VAN SWOL zegt, dat hij reeds eerder de aandacht had gevestigd op de Vrederustlaan. Hem is daarop ge antwoord, dat op deze stille landweg geen borden passen. Intussen blijven de auto's er rijden, waarvan de schoolgaande kinderen, die hierlangs moeten, vooral bij regenachtig weer veel hinder onder vinden. Spreker vraagt of er niet gezorgd kan worden, dat de auto s hier niet meer komen. Antwoord: Wij zien geen enkele reden om de Vrederustlaan Voor motorrijtuigen te verbieden. Voor voetgangers is er bovendien een ruim apart pad, gelegen tussen de bomen en de langs die laan gelegen tuinen. 2. Vraag: De heer DE ROOS verzoekt het verkeersbord bij de hoek EsserstraatDreef te verplaatsen, aangezien het op de huidige plaats niet duidelijk zichtbaar is. Antwoord: Bedoeld bord (Breda centrum) is voor het verkeer reeds op een afstand van ongeveer 30 meter vanaf bedoelde hoek duidelijk zichtbaar. Verplaatsing van het bord is o.i. niet nodig en trouwens ook practisch niet mogelijk. 3. Vraag: Door de heer VAN GILS werd in de Raadsvergade ring Van 7 September 1950 gewezen op het grote slipgevaar voor het verkeer, komende van de richting Tilburg. Gevraagd werd of er iets gedaan kon worden om de veiligheid aldaar te verhogen. Antwoord: De klacht heeft hoofdzakelijk betrekking op de tram rails welke in de Teteringsedijk aanwezig zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 472