474
13 DECEMBER 1950
8. Vraag: De heer KOERTSHUIS zegt, dat, komende van de
Havermarkt, zich op het kruispunt Torenstraat, Brugstraat zich
een verkeersbord bevindt, waardoor het verboden is rechts af te
siaan.
Bij de Ridderstraat is echter zo'n bord niet aangebracht. Is het
niet gewenst terwille van de consequenties aldaar eenzelfde bord
aan te brengen?
Antwoord: Tot nu toe is niet gebleken, dat vanuit de Ridderstraat
rechtsaf de Karrestraat wordt ingereden.
Zou dit laatste het geval zijn, dan zou een dergelijk bord nabij de
hoek RidderstraatKarrestraat inderdaad nodig zijn. Thans is dit
echter nog niet het geval.
9. Vraag: De heer BRINKERHOF merkt op, dat sinds 1943 drie
lantaarnpalen gesneuveld zijn aan de Bavelselaan tot aan de hoek
Overakkerstraat.
Daar nog steeds niets hersteld werd verzoekt hij deze mensen nu
uit de duisternis, die. daar 's avonds heerst, te verlossen.
Antwoord: Voor 1950 is een werkplan opgemaakt, waarvoor de
Raad een crediet heeft toegestaan, waarin zijn opgenomen de
straten, waarvan verbetering of uitbreiding der verlichting het
meest urgent werd geacht. In dit plan komt de Bavelselaan niet
voor.
Nagegaan zal worden of verbetering der verlichting van de
Bavelselaan in het plan voor 1951 kan worden opgenomen.
10. Vraag: De heer KRAMERS zegt reeds een jaar geleden te
hebben gewezen op de noodzakelijke verbetering van de verlichting
van de Bavelselaan.
Gezegd is, dat daartoe een plan in voorbereiding was. Wanneer
zal dit plan kunnen worden uitgevoerd?
Antwoord: De verlichting van de Bavelselaan is in het algemeen
verlichtingsplan, dat in Februari 1950 is opgemaakt, opgenomen.
Er werd echter een crediet toegestaan voor giedeeltelijke uit
voering van dit plan in 1950, waarin de meest urgent geachte ver
beteringen werden opgenomen.
De Bavelselaan komt daarin niet voor. Nagegaan zal worden of
de Bavelselaan in het plan voor 1951 moet worden opgenomen.
Het provisorisch aanbrengen van lichtpunten brengt dubbele
kosten mee, welke zoveel mogelijk dienen te worden vermeden.
11. Vraag: Bij de behandeling van het voorstel inzake nieuw
brugdek Bernhardbrug in de Raacl van 7 September j.l. is door de
heer v. d. NOORT gevraagd of de ijzerconstructie der oude brug
stevig g|enoeg is voor een zwaar betondek.
Antwoord: Het is niet mogelijk om de „spanningen" vast te stel
len, welke in de ijzerconstructie kunnen worden toegelaten, zodat
het evenmin mogelijk is om de op de brug toe te laten belastingen
te bepalen.
Het houten brugdek van 12 cm. dikte wordt vervangen door een
betonplaat van 10 cm. dikte. Aangenomen mag worden, dat de
constructie der brug dit meerdere eigengewicht kan dragen, terwijl
voorts een betonplaat in aanleg en onderhoud aanmerkelijk goed
koper is dan een houten brugdek.