13 DECEMBER 1950
477
30 m' trottoirband' opnemen en opnieuw stellen a 0.30 9.—
30 m' goot ophalen a 0,50 15.
7 m» grondzandpad opnemen en wegvoeren a 3.50 24.50
8 m?' zuiver zand aanvoeren en verwerken a 2.16.
70 m-' tegels aankoop a 4.60 322.-
70 m2 tegels leggen en eventueel herleggen a 0.60 42.
30 m' opsluiting door kantbanden a 2.25 67,50
bijwerken van de aansluitende grindpaden en eventueel
van de bestratingen 54.
550.—
algemene kosten openbare werken 10% 50.-
600.—
47. Schrijven van Burgemeester en Wethouders ter vast
stelling aanbiedende de ontwerp-begroting voor het dienstjaar 1951
met de daarbij behorende ontwerp'oedrijfsbegrotingen van de diverse
instellingen en takken van dienst, welke afzonderlijk worden be
heerd, alsmede het Centraal Rapport van het afdelingsonderzoek in
de Raad met het antwoord hierop van Burgemeester en Wet
houders en de aanvullende nota van aanbieding. (Bijlagen 1950
nr. 322, 414 en 456.)
De VOORZITTER opent do algemene beschouwingen.
De heer VELDKAMP zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Het is met enige schroom, dat ik voor de eerste maal bij de be-
grotingsbeschouwingen het woord ga voeren namens de fractie der
Katholieke Volkspartij. In vorige jaren stonden op deze plaats ver
tegenwoordigers van mijn fractie die mij èn in leeftijd en in er
varing op het terrein der gemeentepolitiek verre overtroffen.
Ik hoop evenwel er in te kunnen slagen, de lijn welke de Katho
lieke Volkspartij in de Bredase gemeentepolitiek op zo duidelijke
wijze heeft getrokken, te kunnen doortrekken, waarbij de grote con
tinuïteit, welke in de samenstelling van mijn fractie een feit is, mij
tot een belangrijke steun zal kunnen zijn.
Het zou interessant zijn op dit ogenblik uitvoerig aandacht te
schenken aan de belangrijkste onderwerpen, welke onze Raad in
het afgelopen jaar vaak zo langdurig hebben bezig gehouden.
Ik wil dat evenwel niet doen. Enerzijds omd'at verschillende onder
werpen bii de diverse onderdelen der gemeentebegroting nog ter
sprake zullen komen, anderzijds omdat talrijke vraagstukken met
betrekking tot het te voeren beleid in het komende jaar en ook voor
de komende jaren ons ernstig moeten bezig houden.
Desalniettemin wil ik toch enkele punten uit het afgelopen jaar
in herinnering biengen. Het zijn enkele persoonlijke feiten, die ons
niet onberoerd kunnen laten, het zijn enkele zakelijke feiten, welke
ons nog eens duidelijk in herinnering mogen brengen, de gevarieerd
heid en de gecompliceerdheid van het terrein der gemeentepolitiek,
waarvoor wij ons geplaatst zien.
Wat de persoonlijke feiten aangaat moge ik in herinnering bren
gen, dat onze bekwame, voortvarende en sympathieke, voorzitter
van deze Raad in de loop Van het afgelopen jaar met een Konink
lijke onderscheiding van hoge orde werd begiftigd', hetwelk ons