13 DECEMBER 1950
505
lijkheden in het gekozen systeem slechts op die wijze een
maximum aan nieuwbouw kon worden verkregen.
Komende tot de bespreking van de begroting, wil spreker graag
erkennen, dat hierbij een jarenlange ervaring eigenlijk moeilijk
gemist kan worden.
Evenals de heren Veldkamp en Jongbloed wil spreker Burge
meester en Wethouders dank zeggen voor hun ijver en toewijding
bij het behartigen van de gemeentelijke zaak. In het bijzonder
brengt spreker een woord van hulde aan de Voorzitter, aan wie
de gemeente zeer veel verschuldigd is. Het is vooral aan Burge
meester en Wethouders te danken, dat de verhoudingen in de
Raad zo goed zijn. Enige critische opmerkingen wil spreker naar
aanleiding van de aangeboden begroting toch wel maken.
Vooreerst wil spreker zich aansluiten bij de opmerkingen, welke
door de heer Veldkamp zijn gemaakt, omtrent de bevoegdheden
van de Raad. Over deze aangelegenheid heeft spreker reeds het
vorig jaar met de Voorzitter gedebatteerd. Naar zijn mening is
de Raad met de jaren in belangrijkheid afgenomen: dit is een
ernstig verschijnsel te noemen. Het gaat er hierbij niet om de
Raad belangrijk te doen schijnen of om hem meer macht te ge
ven. Het gevaar is echter aanwezig, dat de democratische grond
slagen van het bestuur worden aangetast. Eenzelfde verschijnsel
doet zich voor bij het landsbestuur: indien het echter geschiedt
in de gemeente, de kleinste cel van onze samenleving, is dat bij
zonder ernstig. Aan de Raad is wettelijk voorbehouden het bestuur
van de gemeente, de eigen gemeentelijke huishouding, de auto
nomie. Het centrale bestuur heeft hierin steeds meer ingegrepen,
hetgeen om vele redenen zoals de uitbreiding van het verkeer
en de nodige voorzieningen op het terrein van de volksgezondheid
e.a. noodzakelijk was geworden. Op het gebied van de ge
meentelijke autonomie voeren Burgemeester en Wethouders de
besluiten van de Raad uit, aan wie zij verantwoording verschul
digd zijn. Dit geldt niet steeds voor het medebewind, dat zo zeer
in omvang en belangrijkheid is toegenomen. Slechts in zoverre
daarbij aan de Raad is opgedragen uitvoeringsverordeningen te
maken, blijft de verantwoordingsplicht bestaan: overigens kunnen
Burgemeester en Wethouders zich aan het geven van inlichtingen
aan de Raad onttrekken. Spreker is van mening, dat de wette
lijke bepalingen in dit opzicht dienen te worden gewijzigd, en de
verantwoordingsplicht moet worden uitgebreid. Ofschoon Burge
meester en Wethouders daar thans niet toe verplicht zijn, werden
meerdere malen ook op het terrein van het medebewind de nodi
ge inlichtingen aan de Raad verstrekt, zoals bijvoorbeeld bij de
benoeming van een commandant voor de Brandweer.
Spreker zal het, met de heer Veldkamp, op prijs stellen, te ver
nemen, dat in de toekomst over deze gedragslijn geen twijfel be
hoeft te bestaan. Indien deze toezegging zou kunnen worden
gedaan, zou spreker willen voorstellen in het kader van de
wettelijke bepalingen zekere bevoegdheden van de Raad aan
Burgemeester en Wethouders te delegeren, waardoor de Raad
nog meer aandacht zal kunnen besteden aan de algemene lijnen
van het bestuur.
Ofschoon de geraamde inkomsten en uitgaven in totaal gelijk
zijn, zou spreker toch niet durven beweren, dat de begroting slui
tend is. In deze omstandigheden moet het Burgemeester en Wet
houders prettig zijn, indien de Raad ten nauwste betrokken
wordt in het financieel beleid. Ofschoon spreker geen voorstander