16 FEBRUARI 1950 51 „entreegeld" had spreker gedacht „marktgeld" te zetten. Dan zou evenwel deze verordening als een belasting-verordening aange merkt worden en zodoende de goedkeuring van de Kroon behoeven, hetgeen niet spreker's bedoeling was. Art. 11 had spreker ook zo niet willen opnemen. Hij had willen bedingen, dat op verzoek van de dienstdoende ambtenaar een na- tionaliteitsbewijs overgelegd moest worden, doch dit scheen be zwaar op te leveren, omdat niet iedere auto een nationaliteitsbe- wijs heeft. Spreker wil ook niet zo ver gaan iedere bezoeker een formulier te laten invullen en hem daarmede eerst 5 minuten op te houden. Zulks acht hij overdreven. Ieder, die wel eens aan de grens ge weest is, weet wat het betekent als een ambtenaar daar wat nauw keurig de zaak nagaat. Dit geeft oponthoud. Wijst de practijk de noodzaak van zo'n formulier uit, dan kan dat altijd nog geschieden. Spreker had de dienstdoende ambtenaren meer bevoegdheid willen geven. Dit was evenwel delegatie van bevoegdheid, hetgeen niet geoorloofd is. Hij meent, dat het geheel niet onvoldoende te noemen is. Tegen het inlassen van „Goede Vrijdag" heeft hij geen bezwaar. Valt 31 December op een Vrijdag, dan behoort er even eens geen automarkt gehouden te worden. De heer BREKELMANS is het met de heer Jongbloed eens. De verordening spreekt van dienstdoende ambtenaren. Deze zullen toch wel slachthuisambtenaren zijn? De markt wordt gehouden van 15 tot 23 uur. Wat voor een ver goeding krijgen deze ambtenaren voor dit werk? Hij zou dit graag duidelijk op de nieuwe begroting uitgewerkt zien. De begrotingen van het Openbaar Slachthuis zijn hem nooit etg duidelijk geweest; meestal zijn de lonen verwerkt in posten, die bijna niet meer te achterhalen zijn. De heer VAN O YEN zegt, dat zijn fractie er prijs op stelt, dat de Goede Vrijdag alsnog ingelast wordt. De heer MEYS biedt zijn verontschuldigingen ervoor aan, dat de Commissie voor de strafverordeningen niet vooraf haar bemerkin gen ingezonden heeft, zodat met haar wensen dan rekening ge houden had kunnen worden. De oorzaak ligt hierin, dat de stukken tegelijk met de andere raadsstukken ontvangen zijn. Dus niet vooraf. Zulks is jammer, want dan had dit debat kunnen worden voorkomen. Spreker stelt voor deze materie alsnog door de Commissie voor de Strafverordeningen te doen bezien en in de volgende raads vergadering ter beslissing voor te leggen. De VOORZITTER meent, dat het voorstel van de heer Meys aanvaard moet worden. In deze Commissie kan dan zowel met wensen, die momenteel naar voren zijn gebracht, als met formele eisen, rekening gehouden worden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te houden om het ter advisering in handen te geven van de Commissie voor de Strafverordeningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 51