13 DECEMBER 1950 511 met het Rijk. Spreker kan mededelen, dat de onderhandelingen ge lukkig zijn verlopen. Met het Departement van Oorlog is overeen stemming bereikt. De ontwerp-akten zijn thans ter beoordeling aan de betrokken dienst (Registratie) van het Ministerie van Financiën voorgelegd. Waar spreker verwacht, dat de eventueel aan te bren gen wijzigingen slechts van formele aard zullen zijn, ligt het in zijn bedoeling deze ontwerp-akten (lijvige en moeilijke stukken!) te doen vermenigvuldigen en voorzien van een begeleidende nota aan de Raad voor te leggen. Het verheugt spreker, dat deze zaak nu zijn beslag gaat krijgen. Spreker heeft de heer Toxopeus in hoofdzaken reeds geantwoord. Deze heeft nog gesproken over de mogelijkheid van delegatie van bevoegdheden door de Raad aan Burgemeester en Wethouders. Dit college heeft echter al zo veel macht bijvoorbeeld inzake de verdeling van woonruimte dat noch spreker noch de Wethouders begerig zijn naar nog meer bevoegdheden. Anderzijds kunnen zij van de hun opgedragen taak tot voorbereiding van de raadsbeslui ten niets aan anderen overdragen. Bij een goede samenwerking be staat een juiste machtsverdeling. Spreker herhaalt nogmaals, dat hij de Raad niets wil en niets kan verzwijgen, wanneer deze inlich tingen vraagt. Samenvattende zegt spreker, dat de voorbereiding berust bij Burgemeester en Wethouders, waarna de Raad goedkeurt of beslist, terwijl de uitvoering weer is opgedragen aan het eerst genoemde college, hetwelk ook geldt ten aanzien van een investeringsplan. Spreker houdt zich aanbevolen voor suggesties van de Raad om trent de burgerlijke verdediging. Hij dankt nogmaals voor het gegeven vertrouwen en hoopt op een verdere samenwerking, waarbij de goede onderlinge verhoudingen zoals zij steeds in deze Raad bestonden behouden mogen blij ven. Wethouder VAN HOUTEN zegt in verband met de door de heer Veldkamp gemaakte opmerkingen dat omstreeks 1935/1936 een efficiency-onderzoek voor de dienst van Openbare WerRen werd ingesteld, zonder dat dit het verwachte resultaat opleverde. Vorig jaar is in deze contact gezocht met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Thans wordt in een aantal gemeenten een onderzoek ingesteld naar gelijksoortige diensten. Aanvankelijk zou in deze gemeente slechts de dienst van Openbare Werken in dit onder zoek kunnen worden betrokken, doch het gemeentebestuur is er in geslaagd te verkrijgen, dat ook op de Gemeente Lichtbedrijven een onderzoek zal worden ingesteld. Spreker stelt zich voor te zij ner tijd een beslissing te vragen, of het onderzoek moet worden voortgezet. Ook Burgemeester en Wethouders zijn bezorgd over de verdere ontwikkeling van de financiële toestand der gemeente, want het nieuwe wetsontwerp voor de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten biedt geen goede vooruitzichten. Spreker is de Raad daarom erkentelijk, dat hij de verhoging van de straatbelasting aanvaardt. In de begroting is voorts rekening gehouden met een verlaging van de tarieven van de schoolgelden met 50%. Het is echter mogelijk, dat het thans geraamde bedrag van f 75.000, niet zal worden ontvangen, omdat inmiddels ook de inkomsten- en loonbelasting is verlaagd. De aanslagen in die belastingen vormen immers onder meer de basis voor de schoolgeldheffing. Ondanks de moeilijke omstandigheden is gemeend, dat de sub-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 511