14 DECEMBER 1950
Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOT-PLATTEL, Mej. J. P. KOPPE
LAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUIS, A. C. A. BREKELMANS,
J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, A. C. DIRVEN, Mr.
B. W. M. DRION, C. VAN DEN EEDEN, A. J. J. VAN GILS,
N. W. C. VAN GISBERGEN, A. VAN HAPEREN, H. J. VAN
HOUTEN, A. JONGBLOED, J. VAN KAMPEN, J. J. KAMPHUYS,
L. J. F. KOERTSHUIS, D. J. A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MIN-
DERHOUD, F. P. VAN DE NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RAT-
TINK, A. P. ROMSOM, C. A. M. DE ROOS, Ir. J. M. SCHIJEN,
Drs. G. C. STUBENROUCH, C. A. H VAN SWOL, Mr. E. H. T0-
XOPEUS, Dr. G. M. J. VELDKAMP, Drs. O. G. E. M. VERHAAK,
J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK.
Afwezig de heren: H. J. C. COSIJN, Drs. L. VAN EGERAAT en
F. H. M. MOL.
Voorzitter: de Heer Dr. CLAUDIUS A. PRINSEN.
Secretaris: de Heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Drs. L.
van Egeraat.
De VOORZITTER stelt aan de orde de voortzetting van de be
handeling der gemeente-begroting over het dienstjaar 1951.
Wethouder VAN HAPEREN zegt zeer erkentelijk te zijn voor
de woorden van dank gericht aan het College van Burgemeester en
Wethouders en daarom ook aan hem. Van de nu geboden gelegen
heid een enkel woord te zeggen, wil hij gaarne gebruik maken: tij
dens de gewone vergaderingen in de loop van het jaar is daarvoor
meestal geen gelegenheid. Het uitgesproken vertrouwen is voor
spreker een grote steun, want was dit niet aanwezig, dan zou hij
zijn werk moeilijk kunnen verrichten.
Vroeger was zijn taak veel eenvoudiger. Toen kon spreker er
mee volstaan eenmaal in de week een dag naar de verschillende
bedrijven te gaan. Na de oorlog werd dat anders, toen hij belast
werd met de zorg voor de bouwterreinen, want de daarmede samen
hangende problemen zijn zeer moeilijk. Er is in de vorige vergade-