52 16 FEBRUARI 1950 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van enige Bonden tot wijziging van de Winkelsluitingsver ordening. (Bijlagen 1950, no. 63). Mej. KOPPELAAR kan zich niet verenigen met punt 1 van het onderhavige prae-advies. Hier wordt een groot offer gevraagd van de Zondagsrust. Ook zelfstandige winkeliers worden nu verplicht hun winkel open te stellen. Het komt vaak voor, dat in dergelijke zaken echtgenote en kinderen op Zondag moeten meewerken, zodat de Zondagsrust dan veel te lijden heeft. Zij stelt voor de winkels op Zondag gesloten te houden gedurende de tijd, dat geen vreemde lingenverkeer te verwachten is. De VOORZITTER zegt, dat het vreemdelingenverkeer hoofd zakelijk gedurende de zomermaanden plaats vindt. Spreker wil zich echter over het voorstel van mej. Koppelaar eerst beraden. De heer KRAMERS doet het genoegen, dat Burgemeester en Wethouders voor drie vierde deel goedkeurend geadviseerd hebben op de verzoeken van middenstandsverenigingen. Spreker kan zich best verenigen met het afwijzend voorstel onder punt 1 van het prae-advies. Het is zo, dat, als de midden stander wil sluiten, hij dat doen kan. Het motief was een personeelsmotief. De heer VAN O YEN zegt, dat zijn fractie voorstander is van de Zondagsrust. Derhalve verzoekt hij het voorstel om wel te sluiten aan te nemen. De heer BRINKERHOF kan het voorstel van de heer van Oyen van harte ondersteunen. In een Christelijke omgeving zal men de Zondagsrust toch moeten eerbiedigen. De heer JONGBLOED gelooft, dat men niet kan zeggen, dat op Zondag alle winkels gesloten moeten zijn. Spreker vindt, dat het prae-advies van Burgemeester en Wet houders gehandhaafd dient te blijven. Er moeten op Zondag toch bepaalde waren te krijgen zijn. De bloemenwinkels worden nu toch ook in de gelegenheid gesteld open te blijven. Bovdien zijn er zoveel mensen, die op Zondag arbeid moeten ver richten. Hij verklaart zich voorstander van de zienswijze van het College. De VOORZITTER merkt op, dat de meeste klanten op Zondag de zuiderburen zijn. Deze overweging heeft wel degelijk bij het beraad over dit prae-advies mee gegolden. De Belgen hebben een andere mentaliteit. Burgemeester en Wethouders willen wel de Zondagsrust bevor deren, maar overigens moeten de zaken reëel bezien worden. En veel vertier èn veel rust is onmogelijk. Derhalve is het 't beste, de stok in het midden te laten. Het College meent zodoende de belangen van de ingezetenen het beste te dienen. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 52