14 DECEMBER 1950 525 3m- 6. Misschien heeft een rol gespeeld de omstandigheid, dat bij het s Openbare Werken een Katholieke functionaris gewenst werd, waar ing de top van deze dienst practisch geheel uit niet-Katholieken be ad- staat. Ik acht de benoeming, waar de stemming uiteraard vrij was, den j verantwoord èn uit een oogpunt van verdelende rechtvaardigheid ing èn uit een oogpunt van een goede rechtsbedeling in het algemeen 'er- belang. ou- Tot slot, Mijnheer de Voorzitter, stel ik er prijs op te constate- ,ar- ren, dat de verhoudingen met de andere fracties over het alge- ;m- meen prettig zijn, te prettig, dan dat de heer Jongbloed aanleiding ens kon vinden tot zijn opmerkingen. den Ook ik betreur het heengaan van de heer Van Oijen en begroet de met instemming de intrede in deze Raad van de heer Minderhoud. Wij hebben daarmede weer een nieuwe deskundige in de Raad ien, gekregen, nl. een militair deskundige, die zijn stem zeker met be let- 1 trekking tot de organisatie van de burgerlijke defensie nog wel ap- eens zal laten horen. Rest mij nog de heer Toxopeus te danken voor zijn prettige sa- de 1 menwerking. Zijn opmerkingen heb ik reeds beantwoord, vee Mijnheer de Voorzitter, ik werd gedwongen langer te spreken de dan mijn aanvankelijk voornemen was. Ik deed dit in het belang van de goede verhoudingen in de Raad. :tie ng- De heer JONGBLOED zegt, dat ofschoon er wellicht aanlei- de ding voor hem zou zijn evenveel tijd te vragen als in de vorige ver gadering hij niettemin meent met enkele opmerkingen te kun- eer nen volstaan. Spreker wil dan vooropstellen, dat er omtrent zijn tie. betoog in de vorige vergadering misverstand heerst: want hij kan vel ten stelligste ontkennen, dat het zijn bedoeling is geweest de goe- [in- de samenwerking in de Raad te ondermijnen, terwijl de zucht naar politieke sensatie hem geheel heeft ontbroken. Hij is van oordeel, >og dat hij geen enkel onvertogen woord heeft gezegd: hetgeen ook ing niet te verwachten is, wanneer men zijn rede vooraf op schrift stelt. De scherpe toon van het betoog van de heer Veldkamp he- dig denmiddag, heeft spreker dan ook verwonderd, omdat de heer rar Veldkamp, anders dan hij, gelegenheid heeft gehad zijn debat in als tweede instantie te kunnen voorbereiden. Onder de gegeven om standigheden heeft het echter naar sprekers mening geen zin om de nog lang hierover te praten. igd De Wethouder van Onderwijs heeft aan spreker in overweging gegeven de landspolitiek buiten het debat te houden. Nu de andere ie- sprekers het niet wenselijk hebben geacht op de politieke kwesties ch- in te gaan, zal spreker ook daar niet op terugkomen. De gedane eer suggestie zal hij zonder een toezegging te doen wel voor een I volgend jaar in overweging nemen. Het is inderdaad verleidelijk eid bij de algemene begrotingsdebatten de politieke verhoudingen na :rk te gaan, waarbij de landspolitiek die van de gemeenteraden door- ele kruist. Spreker vond te meer daartoe aanleiding omdat ook buiten ;ze de vergadering geen contact aanwezig is en het hem toch nuttig [en voorkomt, om onderling over de politieke richtlijnen der onder- e). scheiden fracties van gedachten te wisselen. Mocht daartoe een tid, x gelegenheid worden geopend, dan is spreker met zijn fractie bereid rts aan dergelijke gedachtenwisselingen deel te nemen, en. Spreker wil nog even terugkomen op de opmerking van de heren lar Veldkamp en Toxopeus, dat hij een verkiezingsspeech zou hebben gehouden. Zulks is geenszins zijn bedoeling geweest, en hij meent,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 525