54 16 FEBRUARI 1950 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot restauratie van het pand Haagdijk 22. (Bijlagen 1950, no. 66). De heer JONGBLOED merkt op, dat in het voorstel een crediet gevraagd wordt voor het gehele bedrag. De mogelijkheid bestaat echter, dat het rijks- en provinciaal subsidie niet ontvangen wor den. Dient de gemeente dit risico te dragen? De VOORZITTER antwoordt, dat het rijkssubsidie toegezegd is. Hiervan is de gemeente dus zeker. In de vorige raadsvergadering is bovendien gezegd, dat men hier met een urgent geval te doen heeft. Spreker meent derhalve, dat het risico gedragen dient te worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een pand op de Oude Vest van de heer Van de Avoort. De heer TOXOPEUS vraagt of het 't pand betreft dat op het eilandje staat. Als hij zich goed herinnert, is dit pand verhuurd aan een garage bedrijf of constructie werkplaats. In de overeenkomst is echter bedongen, dat de heer v. d. Avoort, als de akte gepasseerd en ingeschreven is, het pand zal slopen. Wat zegt de huurder hiervan? De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente dit pand mis schien nog wel 4 of 5 jaren verhuurt. De huur zal tevoren opgezegd worden. De heer TOXOPEUS vraagt of de heer van de Avoort zulks te zeggen heeft. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Het pand is dan gemeente-eigendom. De heer JONGBLOED vraagt of hij juist ziet, dat de heer van de Avoort pas over 4 of 5 jaren voor de afbraak te zorgen heeft, of schoon het pand direct aan de gemeente komt. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer JONGBLOED vraagt of de gemeente direct bij aankoop moet betalen. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks het geval is. Hij merkt op, dat de gemeente dan ook direct de huur int. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond nabij de Oosterstraat aan de heer Roovers (Bijlagen 1950, no. 65). Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 54