16 FEBRUARI 1950
55
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop
van grond aan de Van Rijckevorselstraat aan de fa. Asselbergs
en Naeheniuis. (Bijlagen 1950, no. 55).
De heer COSIJN merkt op, dat in het voorstel een onjuistheid
geslopen is. In de 7e regel van onderen staat ,,661 m2"'. Dit moet
zijn ,,561 m2".
De VOORZITTER dankt de heer Cosijn voor deze opmerking.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van
grond aan de J. W. Frisolaan met de fa. Korteweg. (Bijlagen
1950, no. 58).
De heer J ON GBLOED zegt, dat, indien del Bouwcommissie geen
bezwaar heeft, hij zich bij het voorstel wil neerleggen.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van
grond aan de Laan van Mertersem met Mej. Sprenkels en tot
verkoop van grond aan deze laan aan de heer De Groot en de
heer De Leur. (Bijlagen 1950, no. 67).
De VOORZITTER zegt, dat het tussenliggend terrein te koop
gevraagd is door de heer L. J. J. Koek. Om dubbele registratie
rechten te voorkomen stellen Burgemeester en Wethouders voor:
het eerste gedeelte van de grond te ruilen met mej. Sprenkels en
de overige delen te verkopen respectievelijk aan de heren Koek,
de Leur en de Groot.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen
komstig het staande de vergadering gedane voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitgifte in
erfpacht van grond nabij de Oosterstraat aan de heer Bos. (Bij
lagen 1950, no. 64).
De VOORZITTER zou graag gestipuleerd zien, dat als de heer
Eos mettertijd deze grond koopt, dit zal zijn tegen de dan geldende
grondprijs door schatters aangegeven.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten. Eveneens wordt besloten, de grond
mettertijd aan de heer Bos te verkopen, tegen de dan
geldende grondprijs door schatters aangegeven.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitgifte in
erfpacht van grond nabij de Oosterstraat aan de heer H. J. Som
men. (Bijlagen 1950, no. 52).
De heer DIRVEN zou graag de voorwaarde opgenomen zien, dat