15 DECEMBER 1950 559 De heer VAN ECERAAT meent een correctie te moeten aanbren gen in het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport, waarin gezegd wordt, dat het verkeer uit de richting Antwerpen wordt geleid via de Baronielaan. Volgens spreker is dit niet juist. Het verkeer van Antwerpen komt via de Dreef naar het centrum der stad. Het zal derhalve niet op bezwaren stuiten om dit verkeer inderdaad via de Baronielaan te leiden naar het centrum. De heer KOERTSHUIS onderstreept de woorden van de heer Wezenbeek. Ten aanzien van de verkeersbrigade der politie vraagt spreker opleiding in verkeerstechnische kennis. Ofschoon spreker het optreden van de verkeerspolitie in het algemeen weet te waar deren, komt het toch ook voor, dat enkele leden hiervan minder correct tegenover de verkeersovertreders optreden. Hij acht dit niet juist. De stelregel „Wees een heer in het Verkeer" geldt ook zeer zeker voor de politie. Hij wenst dat de verkeerspolitie zal worden geinstrueerd in correct optreden. De heer DIRVEN kan zich met de woorden van de heren van Gils en Brinkerhof verenigen ten aanzien van het politietoezicht in de buitenwijken. Spreker zou gaarne meer politietoezicht wensen in oud-Prin- cenhage, omdat daar dagelijks kleine diefstallen geschieden. Mejuffrouw KOPPELAAR zou gaarne zien, dat de afsluiting van de Grote Markt niet langer geschiedt dan hoogst noodzake lijk. Dit ook vooral om de bewoners van de Grote Markt tegemoet te komen. /-/ i De heer VELDKAMP merkt op, dat de bewoners van het Non- nenveld veel hinder ondervinden van het laden en lossen in de nacht.. De bewoners hebben zich tot de politie gewend. Daar kre gen zij ten antwoord, dat door de politie niet kon worden inge grepen. Spreker vraagt of hier niets aan te doen is. De nachtrust van de bewoners van het Nonnenveld komt in het gedrang. De heer BRINKERHOF deelt mede, dat in de binnenstad bij sneeuwval steeds de trottoirs worden geveegd. In de buitenwijken is dit echter niet het geval. Vooral bij grote panden wordt het opruimen van de sneeuw van de trottoirs achterwege gelaten. Hij denkt hier aan de trottoir voor het gebouw „Moederheil", dat 80 meter/bï»eed/is. Ook de bewoner van het naastgelegen pand laat het vegen na, zodat de mensen, die op de bus wachten, daarvan grote hinder ondervinden. De heer JONGBLOED zegt, dat hij in deze vergadering veel critiek gehoord heeft over de politie. De genoemde feiten zullen wel juist zijn, doch spreker meent echter, dat over het algemeen het politieapparaat in deze gemeente goed functioneert. Het sur veilleren in de buitenwijken op dezelfde schaal als in de binnen stad zou veel geld kosten omdat inschakeling van veel agenten noodzakelijk is. Het bedrijven van ondeugden is volgens spreker altijd mogelijk. Vervolgens vestigt spreker de aandacht op het parkeerterrein Oude Vest. Indien de Grote Markt geen gelegenheid biedt tot parkeren, dan is de Oude Vest een geschikte plaats. Hij zou echter gaarne zien, dat de hoge stoepranden zouden worden verlaagd. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 559