15 DECEMBER 1950
563
rende bij de begroting 1951, dat het College van Burgemeester en
Wethouders het reddend zwemmen een zodanig algemeen belang
acht, dat het daarvoor gelden beschikbaar wil stellen.
Daarop heb ik dan ook geen bemerkingen.
Waar ik wel over wens te spreken, Mijnheer de Voorzitter, is
over het bedrag, waarop dit algemeen belang wordt gewaardeerd.
Het wil mij voorkomen, dat Burgemeester en Wethouders niet
helemaal op de hoogte zijn van hetgeen vast zit aan het beoefenen
van het reddend zwemmen en voorts welke kosten dit met zich
meebrengt. Niet onverdienstelijk lijkt het mij daarom dienaangaande
enige toelichting te geven.
Voorop moge gesteld worden, dat over het algemeen de zwem
verenigingen niet gecharmeerd zijn op het beoefenen van het red
dend zwemmen.
De leden van zwemverenigingen willen zwemmen om de sport,
terwijl tegen het reddend zwemmen uit sporttechnisch oogpunt be
denkingen kunnen worden aangevoerd.
Het is toch zo, Mijnheer de Voorzitter, dat indien de zwemver
eniging „De Baronie" de taak voor de beoefening niet op zich had
willen nemen, de overheid i.e. het gemeentebestuur zich voor deze
taak zou zien geplaatst.
Ik heb mij laten voorlichten over de kosten aan de beoefening
van het reddend zwemmen verbonden en in dit verband moge ik
enige cijfers noemen:
De jaarlijkse kosten dienen gesteld te worden op:
a. voor instructeur f 520.
b. suppletie entree Sportfondsenbad 250.
c. cursus E.H.B.O. 100.
d. demonstraties en onvoorzien 130.
totaal f 1.000.
Hieronder zijn niet begrepen de kosten wegens aanschaffing van
de benodigde materialen, welke op plm. f 200.dienen te worden
gesteld.
De genoemde posten betreffende de instructeur, de cursus
E.H.B.O. en demonstraties spreken m.i. voor zichzelf. Ten aanzien
van de suppletie aan het Sportfondsenbad moge ik het volgende
opmerken.
De huidige situatie in het Sportfondsenbad is zo, dat de zwemver
enigingen een bescheiden aantal trainingsuren hebben. Op deze
uren betalen de leden der verenigingen de normale entree van f 0,30
respectievelijk f 0,45, doch de verenigingen moeten zich garant
stellen voor een bedrag van f 18,50 per uur.
De practijk leert, dat deze voorwaarden voor de verenigingen te
zwaar zijn, doch dat het Sportfondsenbad hier niet van wil afwij
ken. Dit geldt ten aanzien van het sport^vemmen doch ook van
het reddend zwemmen.
De vereniging „De Baronie" moet voor het reddend zwemmen
alleen f 250.per jaar betalen.
Uit het voorgaande moge U, Mijnheer de Voorzitter, zijn geble
ken, dat het beoefenen van het reddend zwemmen te zware lasten
aan de Baronie oplegt, hetgeen deze vereniging niet kan dragen.
Ben ik goed geïnformeerd, dan is voor het jaar 1943 voor de
beoefening van het reddend zwemmen aan de Bredase Reddings
brigade een bedrag van f 350.toegekend. Dat dit bedrag nim
mer is uitgekeerd, doet niets ter zake.