16 FEBRUARI 1950 57 pacht te verlengen tot 1960. Het is normaal, dat een pachtcontract voor 12 jaar wordt aangegaan en dat na koop den pachtcontract nog 12 jaar doorloopt. Deze grond heeft de gemeente in 1948 ge kocht, zodat de pacht tot 1960 zou doorlopen. Mevrouw Mr. Coster en de heer Muis zijn daarvoor 3 maal bij de Grondkamer geweest. In de afgelopen week heeft de Grondkamer de gemeente geluk kig in het gelijk gesteld, zodat de pachtovereenkomst op 11 November 1952 eindigt. De berekeningen zijn gemaakt naar de gewone bedragen die voor uit de pachtneming worden berekend. In dit bedrag ligt ook nog een bedrag voor een stukje weiland. Spreker heeft aan de hand der besprekingen en opgaven genoegen genomen met het opge geven bedrag. Het is reeds geruime tijd geleden dat spreker ter plaatse het laatst geweest is. De woningen, die op deze grond ge bouwd moeten worden zijn reeds aanbesteed. De aannemer is al geremd moeten worden om nog van de grond af te blijven. De heer BREKELMANS wil niets afdoen van de capaciteiten van een persoon, die in dienst der gemeente is. Wethouder van Haperen zegt evenwel, dat het reeds geruime tijd geleden is, dat hij er voor het laatst geweest is. Spreker vraagt of na die tijd aan het land niets meer veranderd is. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt ontkennend. Spreker komt er 2 maal per week langs, zodat hij enige verandering wel op gemerkt zou hebben. De heer MEYS verzoekt antwoord op zijn vraag. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat door de gemeente een bedrag van 3300.geraamd was, terwijl een bedrag van 3000.overeengekomen is. De raming was dus hoger, dan het te betalen bedrag, zodat met de vraag van de heer Meys rekening gehouden is. De heer VERSCHUREN vindt 3300.per Ha buitengewoon laag. De heer SCHIJEN zegt, dat het wel weinig, maar niet te weinig is. Hier is sprake van schadevergoeding wegens voortijdige uit de pachtneming en niet van grondaankoop. De heer VERSCHUREN antwoordt, dat hem dit bekend is. Wordt er evenwel met de opbrengst rekening gehouden, dan vindt spreker het bedrag zeer laag. De heer JONGBLOED trekt hier de conclusie uit, dat een boer toch altijd nog tweemaal zoveel verdient als een arbeider. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik baarstelling van een crediet voor vernieuwing van de brandbe veiligingsinstallatie in de Grote Toren. (Bijlagen 1950, no. 53).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 57