574
15 DECEMBER 1950
Ook heeft de heer Kamphuis zich vergist met de mededeling dat
de schooltandartsendienst een gemeentelijke dienst zou worden.
Niets is minder waar. Volgens de richtlijnen van de Centrale Raad
voor Sociale Tandheelkunde krijgt men een schooltandartsendienst
in de vorm van een stichting, waarin zitting zullen nemen verte
genwoordigers van het gemeentebestuur, van de ziekenfondsen,
van de Kruisverenigingen, van de tandartsen, van de schoolbestu
ren, en zo mogelijk van de ouders der leerlingen. De stichting gaat
dan de schooltandartsendienst verzorgen en niet de gemeente, ook
niet de tandartsen. Het is te betreuren, dat de kinderen na 5 jaren
nog steeds niet geholpen zijn. De heer Kamphuis heeft gezegd,
dat alle tandartsen willen medewerken, maar de behandeling moet
dan bij de tandartsen thuis gebeuren en wie garandeert dat de
kinderen daar zullen komen? Dit is juist het experiment. Officiële
cijfers wijzen uit dat het percentage van opkomst klein is. In
Hengelo functionneert de zaak behoorlijk, maar spreker heeft van
diverse gemeenten, waar de schooltandartsendienst is ingericht
volgens de richtlijnen van de Centrale Raad voor Sociale Tandheel
kunde vernomen, dat de schooltandverzorging daar effectief werkt.
De schooltandartsendienst gaat de gemeente geld kosten. Moge
lijk is, dat het systeem van der Heijden voordeliger voor de ge
meente is dan het systeem volgens de richtlijnen van de Centrale
Raad voor Sociale Tandheelkunde, doch op het ogenblik heeft deze
zaak de aandacht van de Ziekenfondsraad en zeer zeker zal het
bedrag worden verhoogd. Verder is het nog een vraag, zegt spre
ker, of door de ziekenfondsen, schooltandartsendiensten niet inge
richt volgens de richtlijnen van de Centrale Raad voor Sociale Tand
heelkunde, gesubsidieerd mogen worden met het bedrag van f 2.
per leerling. Dit ligt ter beoordeling bij de Ziekenfondsraad.
Verder is er naar voren gebracht, dat deze zaak een prestige
kwestie zou zijn. Spreker gelooft dit niet. Zeer zeker niet van de
kant van het gemeentebestuur, dat uiteindelijk niets anders wil
dan een zo goed mogelijke schooltandartsendienst. Een school
tandartsendienst behoort op de school thuis, waar de kinderen niet
alleen onderzocht worden, maar waar ook onderricht gegeven zal
worden in tandverzorging en mondhygiëne.
De VOORZITTER zegt, de betreffende vergaderingen ook te
hebben medegemaakt. Hij gelooft dat, nu binnen zes weken het
rapport van Dr. Mol wordt ingewacht, het 't beste is, dat de raad
nog even afwacht. Een raadscommissie kan, volgens spreker, het
proces slechts verlengen. Hij heeft goede hoop, dat er overeenstem
ming met de plaatselijke tandartsen zal worden bereikt. Hij ver
zoekt de discussies verder te staken.
De heer KAMPHUIS zegt, dat volgens wethouder Romsom de
ziekenfondsen ermede accoord gaan, doch hij is daarvan niet over
tuigd. Verder vraagt spreker zich af, als de schooltandartsendienst
niet in handen van de gemeente is, maar in handen van een stich
ting, wie die stichting aan geld zal helpen? Hij vraagt of de wet
houder geen cijfers kan noemen.
De tandartsen zijn zelf reeds aan het saneren en bereiken hier
goede resultaten mede. Ook zij leren tandenpoetsen en door goede
samenwerking kan op de scholen ook onderricht in tandverzorging
gegeven worden. Dit behoeft niet via een stichting te gebeuren
die de gemeente f 60.000.kost. Spreker vraagt verder, wat erop
tegen is om een raadscommissie, die goed werk zou kunnen doen,
voor deze aangelegenheid in te schakelen.