58 16 FEBRUARI 1950 De heer BRINKERHOF heeft onlangs een uiteenzetting gelezen over de brandbeveiliging van de Domkerk te Utrecht. Spreker vraagt of daar inlichtingen ingewonnen zijn. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Dr. van Heukelom is de adviseur voor deze gemeente. Ook de Domkerk is door deze gerestaureerd. In de toren te Breda zijn reeds enkele betonvloeren aangebracht, die met een ijzeren luik gemakkelijk gesloten kunnen worden. Dit is veilig genoeg en brandwerend. De in het voorstel genoemde be veiliging heeft spreker niet met Dr. van Heukelom besproken, wel met deskundigen van Monumentenzorg. Spreker acht het wel nuttig hierover alsnog te spreken. Hij verzoekt de Raad het crediet toch te voteren. Mej. KOPPELAAR kan met het voorstel accoord gaan. Het is spreekster ter ore gekomen, dat in plaats van de heer van der Meer een jongeman aangesteld is, die nog geen ondervinding heeft op dit gebied. Hierover is ontstemming onder het restauratie-per soneel. Bedoelde jongeman heeft de leiding zonder kennis van zaken. Zij vraagt of het grote werk niet te zwaar is voor de schouders van deze jongeman. De VOORZITTER zegt, dat restauratie van de Kerk en van de Toren twee afzonderlijke werken zijn. De Kerk is eigendom van het Kerkbestuur; de toren van de. gemeente. Aan de restauratie van de toren wordt gewerkt door de heren Dr. van Heukelom en Ir. van Nieukerken. De opzichter over de restauratiewerken van de Kerk is gestorven. De opzichter van de toren is de heer Bardet. Nu is deze heer eveneens aangesteld tot opzichter over de Kerk, hetgeen logisch te noemen is. Hij heeft echter niet de aesthetische leiding. Deze leiding is in handen van de heren Ir. van Nieukerken en Dio Rovers. De heer Bardet is een technisch man, die over het werkvolk gaat. Op aesthetisch gebied moet hij advies vragen aan de heer Ir. van Nieukerken. Het kunstwerk is dus niet in handen gegeven van een jonge man. Spreker is bang, dat hij zelfs te veel mensen in de topleiding heeft. Hij merkt op bij deze zieke reeds diverse doktoren geraadpleegd te hebben. Coördinatie der adviseurs is nu reeds moeilijk. Het werk aan de toren schiet goed op maar brengt een groot risico met zich. De grote steiger heeft veel windvaiig. Spreker heeft daarom gevraagd of de toren dit risico kan dragen. Spreker zal de verhou ding tussen de heren Rovers en Bardet nog wel eens bespreken. De leider moet altijd aanwezig zijn. Hoe kan men dan over 15 a 16 man iemand aanstellen, die er niet de gehele week kan zijn? De heer MOL zegt, dat de opzichter 23 a 24 jaren oud is. Juist op de uitvoering van het werk komt het aan. Het zijn de plannen, die ten uitvoer gebracht moeten worden. Spreker vindt het' jam mer, dat geen ervaren man gekozen is. De VOORZITTER merkt op, dat deze opzichter wel ervaren is. Hij heeft reeds aan enkele torens gewerkt. Dr. van Heukelom heeft nadrukkelijk verzekerd, dat de man voldoende bekwaam is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 58