582 21 DECEMBER 1950 De VOORZITTER stelt aan de orde de behandeling van hoofd stuk VI der gemeentebegroting. De heer VAN SWOL wenst allereerst zijn bewondering uit te spreken voor de keurige wijze, waarop de Reinigingsdienst de straten binnen korte tijd sneeuwvrij heeft gemaakt. De heer VERMEULEN zegt, dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders nopens de hinder van vliegas in de Belcrumpolder hem niet bevredigd heeft. Hij leest hierop de betreffende passage uit het antwoord op het Centraal Rapport voor. Hij merkt op, dat men nu al jaren met dit euvel, dat grote overlast bezorgt, te kam pen heeft. Zet men in de Belcrumpolder een raam open dan ligt binnen minimum tijd de as overal dik op. Ook vliegt de as in de ogen als men zich in het Belcrumkwartier bevindt. Hij erkent de belangen van de Suikerfabriek doch hoopt toch op een spoedige oplossing. Hierop antwoordt de VOORZITTER, dat al verscheidene malen door Burgemeester en Wethouders is getracht dit euvel op te los sen. Misschien kan door een gemeenschappelijke actie van Gemeente en industrieën bij de bevoegde instanties worden bereikt, dat een goed soort kolen zal worden geleverd. Hij zal nogmaals trachten aan de wensen van de heer Vermeulen tegemoet te komen. De heer VAN EGERAAT stelt vervolgens een drietal vragen: De eerste betreft de prijsvraag, die in de loop van het jaar door het gemeentebestuur is uitgeschreven om suggesties aan de hand te doen voor verfraaiing van de stad. Hij stelt voor dat Burgemees ter en Wethouders hierover nog eens mededeling doen en in de pers de uitslag bekend maken. Zijn tweede vraag luidt: „Zou het niet gewenst zijn een com missie in te stellen tot het tegengaan van ontsierende reclame?" Deze commissie zou tevens kunnen nagaan hoe het stadsbeeld op bepaalde punten zou kunnen worden verfraaid door wat groenom- lijsting. Ook in verband met de festiviteiten in 1952 zou het werk van deze commissie van belang kunnen zijn. Spreker ziet het bezwaar, dat er dan wéér een commissie bij zou komen. Het werk van Burgemeester en Wethouders wordt er ech ter door verlicht. Juist door de verantwoordelijkheid te spreiden komt zij beter tot haar recht. Spreker's fractie voelt, naar hij meent, wel voor zulk een commissie. Het derde punt waarover spreker de aandacht van het College vraagt is de slechte bestrating van de binnenstad. Zij is zo slecht, dat zelfs het stadsschoon naar zijn mening er door wordt ont sierd. Voor het verkeer is de toestand zeer gebrekkig. Spreker wil niet overal asphalt of klinkers, doch wel in de voornaamste straten der binnenstad. Hij stelt voor de oude keien van de straten dei- binnenstad te gebruiken voor de straten in het Heuvelkwartier en de daarvoor bestemde klinkers in de binnenstad te leggen. Dit geeft de straten in het Heuvelkwartier wel niet zo'n fraai aanzicht, doch daartegenover staat, dat het aanzien van en het verkeer in de binnenstad aanzienlijk beter wordt. De heer BRINKERHOF hoopt, dat aan deze laatste suggestie van de heer Van Egeraat niet wordt voldaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 582