21 DECEMBER 1950
583
De heer KAMPHUIJS zegt, dat hij evenals de heer Van Egeraat
hoopt, dat er een commissie voor de stadsverfraaiing komt. Hier
om is al jaren gevraagd.
De heer DIRVEN vraagt, of het mogelijk is in de binnenstad een
ondergronds urinoir met toezicht te plaatsen. Hij erkent, dat de
kosten wellicht groot zullen zijn, doch een talrijk publiek zou er
mee gebaat zijn.
De heer JONGBLOED valt de heer Dirven bij. Spreker heeft
al 3 of 4 jaren geleden voor zulk een urinoir gepleit. In de grote
steden vindt men ze overal. De kosten kunnen wel enorm zijn, toch
moeten Burgemeester en Wethouders dit nog eens bezien. Er valt
in de toekomst immers toch niet aan te ontkomen.
SPREKER vraagt ook de aandacht van Burgemeester en Wet
houders voor de muur aan het einde van de J. W. Frisolaan. Het
moet toch mogelijk zijn deze muur in een behoorlijke toestand te
brengen. Thans levert het een onaesthetisch gezicht. Er bestaat
bovendien geen kans, dat daar de eerste jaren gebouwd wordt.
Met betrekking tot volgno. 80 van de begroting vraagt spreker
of aan de aanneming van deze post ook die van de verhoging der
straatbelasting vast zit, of dat dit onderwerp afzonderlijk aan de
orde wordt gesteld.
Mejuffrouw KOPPELAAR pleit eveneens voor het inrichten van
een ondergronds urinoir.
De heer KQERTSHUïS acht een commissie als door de heer
van Egeraat bedoeld zeer wenselijk. De taak van deze commissie
moet zo uitgebreid mogelijk zijn. Ook verschillende verenigingen
kunnen aan de stadsverfraaiing medewerken. Spreker denkt hierbij
aan het aanbrengen van bloemenbakken e.d. De commissie moet een
adviserend karakter hebben.
Mevrouw SLOTPLATTEL sluit zich wat betreft de inrichting
van een ondergronds urinoir bij de vorige sprekers aan.
Hierop antwoordt de VOORZITTER, dat hij zal bevorderen, dat
de prijsvraag voor stadsverfraaiing op behoorlijke wijze zal wor
den afgedaan. Hij zal de brieven die zijn ingekomen voor de raad
ter visie leggen.
Hij waarschuwt de Raad voor steeds nieuwe commissies en or
ganen. Er is een commissie voor Openbare Werken, waarnaast
voor een nieuwe commissie voor stadsverfraaiing geen plaats is.
Als Voorzitter van de Raad houdt hij van een uitgebreid vragen-
recht der leden. Hij vindt het veel beter, wanneer de leden zelf
hun ogen de kost geven en indien hun iets niet bevalt hierover
vragen te stellen. Het schoonheidsaspect in de gemeente is in
handen van een knap man. Hij wenst dit daar te laten. Een nieuwe
commissie brengt weer nieuwe kosten met zich mede. Haar sug-
g'esties zullen, indien zij verwezenlijkt worden, weer geld gaan
kosten. Bovendien moet van zulk een commissie spreker of een
ander lid van Burgemeester en Wethouders weer voorzitter zijn,
terwijl allen reeds overkropt zijn met vergaderingen-
Spreker geeft toe, dat de bestrating in de binnenstad inderdaad
slecht is. De vernieuwing kost echter enorm veel. Verwisseling
van klinkers voor de binnenstad en ten laste van het Heuvelkwar
tier acht hij niet juist. Wat nieuw is moet nieuw blijven.