21 DECEMBER 1950
595
De heer ROMSOM zegt, dat het de raad bekend is, dat er bij
de Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon een sociale werkster
werkzaam is. Ons was gevraagd deze in dienst te nemen in ver
band met het woonwagenwerk. Door de Paters Capucijnen werd
Mej. Bakx aanbevolen. Zij was pas geslaagd en 22 jaar oud. Daar
zij nog niet bewezen had geschikt te zijn, werd zij aangenomen met
1 jaar proeftijd op een salaris van f 127.per maand. Zou zij
voldoen, dan zou zij voor promotie in aanmerking komen. Dit werd
door haar aanvaard. Thans is Burgemeester en Wethouders voor
gesteld om haar te bevorderen tot schrijfster op een salaris van
f 1.500.tot 2.300,met 6 periodieke verhogingen van f 125.
Dit is de normale gang van zaken. De sociale werkster bij de dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon heeft geen volledige dagtaak en
zij verricht derhalve bij de dienst voor Maatschappelijk Hulpbe
toon nog werkzaamheden van zeer eenvoudige aard. Men had bij
de dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon een sociale werkster
nodig van klein formaat. Hierover kan men van mening verschil
len. Doch indien sollicitante gemeend heeft met een diploma een
en ander te kunnen aanvaarden, dan treft Burgemeester en Wet
houders geen verwijt. Indien zij denkt niet goed gesalarieerd te
worden, dan had zij niet moeten solliciteren en indien zij niet te
vreden is, dan moet zij gaan.
Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat als men bij de dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon van mening was geen sociale werkster
nodig te hebben, men ze niet had moeten aannemen. Zij is aange
nomen als sociale werkster en behoort derhalve ook als zodanig
gesalarieerd te worden. Wanneer men de taak van sociale werkster
goed opvat, is die overal zwaar. Ook in dit geval vraagt deze
niet te onderschatten taak de volle persoon. Zij heeft meerdere
malen om meer werk gevraagd, maar heeft dit niet gekregen.
Spreekster vindt het jammer in finesses te moeten treden. Zij
meent, dat voor deze functie het minimum salaris van sociale
werkster moet worden toegekend.
De heer VAN SWOL zegt dat het antwoord van Wethouder
Romsom hem erg bevreemdt, o.m. dat men een sociale werkster
van klein formaat nodig had. Volgens spreker moet men om in het
woonwagenkamp iets te bereiken, zelfs meer dan een gewoon mens
zijn. Iemand, die in staat is daar iets van te maken, is iemand van
groot formaat. Spreker vindt het jammer, dat het bij de benoeming
een kwestie van vraag en aanbod is geweest. Dat de juffrouw ook
het eenvoudigste schrijfwerk wil doen, geeft blijk van een goede
eigenschap, daar zij ook dit wil doen als het haar wordt opgedragen.
Spreker ondersteunt het voorstel van Mej. Koppelaar.
De heer COSIJN zegt het sociale werk te kennen en staat achter
het voorstel van Mejuffrouw Koppelaar.
De heer ROMSOM zegt niet volledig te zijn geweest. Men had
geen sociale werkster nodig, maar een meisje, die dit werk zou kun
nen doen. Nu heeft er iemand gesolliciteerd met een diploma sociale
werkster voor het vastgestelde salaris. Indien sollicitante het sa
laris te laag vond, had zij de betrekking niet moeten aanvaarden.
De VOORZITTER stelt voor de zaak in de vergadering van Bur
gemeester en Wethouders nader te zullen bekijken.