60 16 FEBRUARI 1950 Heukelom en Ir. van Nieukerken voor deze excursie uitnodigen. Hij zegt toe de excursie te zuilen arrangeren. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afkoop van een eeuwigdurende rente verschuldigd aan de Ned. Hervormde Gemeente. (Bijlagen 1950, no. 48). De heer MEYS doet het genoegen, dat deze post afgevoerd kan worden. De prijs valt hem echter wel wat tegen. Hij vindt een rente van 3°/o aan de lage kant. Een dergelijk percentage zal men niet spoedig meer beleven. Met het voorstel kan spreker zich verenigen. De heer VAN OYEN heeft tegen het voorstel geen bezwaar. Spreker is verheugd, dat Kerkbestuur en gemeente elkaar gevon den hebben, waaruit blijkt, dat de zilveren koorden niet te strak waren. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 30. Wijzigingen der begrotingen 1949 en 1950. Dienovereenkomstig wordt besloten. 31. Schrijven van Ged. Staten d.d. 11 Januari 1950 nr. G. 26521 26540 inzake de gemeentebegroting 1950 met ontwerp antwoord en begrotingswijziging nr. 22. Wethouder VAN HOUTEN is verplicht enige toelichting op de nota van Gedeputeerde Staten te geven. Gedeputeerde Staten hebben op een 3-tal punten bezwaar. Ie. De uitkering uit het gemeentefonds is berekend naar het in wonertal op 31 December 1948. Volgens Gedeputeerde Staten moest de uitkering berekend wor den naar het inwonertal op 31 December 1947. Zulks geeft een verschil van 2500 inwoners, waardoor de Gemeente een hoger be drag uitgekeerd zou krijgen. Nu moet de uitkering met f 32000.- verminderd worden. Maar op welke wijze moet deze vermindering op de begroting verwezenlijkt worden? Op post onvoorziene uitgaven" staat nog een bedrag van f 42.000.-. Wordt deze post met f 32.000 verminderd, dan resteert nog een bedrag van f 10.000.- Gezien het feit, dat 1950 pas begonnen is, kunnen er op deze post geen uitgaven meer gedaan worden. 2e. Gedeputeerde Staten hebben bezwaar tegen de posten 961 A en 988A, betreffende het verstrekken van schoolmeubelen, enz. aan bijz. g.l.o. en u.l.o.-scholen. Deze posten bedragen respectievelijk f 15000.- en f 10.000.- De posten moeten van de begroting ge schrapt worden, terwijl de destbetreffende uitgaven op dezelfde wijze als vroeger gedekt moeten worden n.l. door middel van de Kapitaaldienst. Hier wordt de post „onvoorziene uitgaven" weer gebracht op f 10.000.- -)- f 25.000.- f 35.000.-. 3e. Gedeputeerde Staten hebben de Gemeente verplicht alle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 60