Br Is inderdaad een probleem. Immers wij zien dagelijks en
speciaal op marktdagen, dat een deel van het straten-net vol
of overbelast is. wij weten dat wij nog een veel verder gaande
intensivering van het verkeer hebben te wachten. Br is dus
alle reden middelen tot verbetering te gaan zoeken.
Voor een bestrijding van een kwaal moet de dokter niet alleen
de toestand van het ogenblik kennen, maar ook het verloop van
de ziekte, voordat hij zijn bestrijdings-methode kan bepalen.
Zo ook hier.
Ik stel mij daarom voor mijn betoog op te bouwen uit de volgen
de onderdelen.
Wordings-geschiedenis
Huidige toestand,
Middelen tot verbetering.
De wordings-geschiedenis van het verkeers-probleem loopt
parallel met de geschiedenis van de stad.
Beuwen lang was de stad, aangeleund tegen het kasteel, be
sloten binnen haar wallen en grachten. Met de Markt als middel
punt had de stad een zeer duidelijk patroon. Via de uitvals
wegen door de vestinggordel en de stadspoorten werd de stad
door landwegen verbonden met de omliggende dorpen.
Waarschijnlijk heeft er toen in de nauwe stadsstraten op
markt-en feestdagen al wel een verkeersprobleem bestaan. De
verbindingen met de buitenwereld leverden echter voor het toen
malige verkeer geen moeilijkheden op, wanneer men althans de
slechte staat waarin zij verkeerden buiten beschouwing laat.
Deze toestand heeft, zoals reeds gezegd, eeuwenlang bestaan.
Zelfs toen Napoleon het grote wegennet enorm verbeterde bleef d€
toestand in de dorpen en steden vrijwel onveranderd.
In het jaar 1870 komt het keerpunt. Rijk en gemeente sluiten
in dat jaar een overeenkomst ter zake van de ontmanteling der
stad
Hoe spijt het ons, dat juist in die periode de stedebouwkun-
de welhaast een vergeten wetenschap was.
De bolwerken werden volledig geslecht, de waterwerken gedempl
en vervangen door een tamelijk fantasieloze Westelijke en Ooste
lijke Singelgracht. De enige winst was dat de uitvalswegen door
de vestingsgordel werden omgezet in royale straten. Hieraan
danken wij de Nieuwe Haagdijk, de Nieuwe Ginnekenstraat en de
brede straten bij het einde van de Boschstraat, die zelfs voor
het huidige verkeer een voldoende profiel bezitten.
Ook zijn toen de grote militaire terreinen binnen de singels
ontstaan die als grote longen in de stad van bebouwing zijn
vrijgebleven.
jammer genoeg zijn echter verloren gegaan de kansen op het
verkrijgen van een prachtige, ruime groene gordel zoals b.v.
Zwolle en in mindere mate Utrecht en Haarlem sieren.
Met het slechten van de wallen ontstond de mogelijkheid de
stadsbebouwing uit te breiden in net maagdelijk gebied daar
buiten.
langzamerhand groeit Breda en groeien de omliggende dorpen.
De gemeentelijke gebiedsindeling ging aan deze ontwikkeling niei
vooraf, doch volgde haar. Uw gezelschap behoef ik er niet aan
te herinneren, dat 25 jaar geleden de Baronielaan in 3 gemeen
ten, maar niet in Breda lag!
De stadTrok de mensen aan en op de gebieden der aangrenzend«
gemeenten, vooral op dat van leteringen en Ginneken ontstond
stadsbebouwing, duidelijk geörienteerd op Breda maar buiten de
jurisdictie der stad.
Hoe duidelijk heeft hier de besturende hand ontbroken.
De toegangswegen, eens liggende in het vrije veld bleven wat
hun beloop betreft vrijwel ongewijzigd, maar zij werden bebouwd
tot zij stadsstraten werden. De Ginnekenweg is daarvan een
- 2 -