De Voorzitter vervolgt, dat deze materie nog nieuw is. Spreker heeTt IrTloIsius opgebeld en hem over Prof-Wieger Bruin in lichtingen gevraagd. Deze inlichtingen waren gunstig. Hij vraagt de Baad de voorgestelde opdrachten spoedig te ver lenen, aangezien anders de woningbouw stropt. Spreker is wel genegen deze materie in de volgende vergadering schriftelijk aan de orde te stellen. Hij doet dit echter niet graag in een openbare vergadering. De heer Mol is persoonlijk overtuigd van de noodzaak. De voor bereidingen kosten veel geld. Toevalligerwijze heeft hij in lichtingen ontvangen over Ir.Kuiper van de Hoofdingenieur van de stedebouwkundige dienst der gemeente Eindhoven. Ir.Kuiper is een buitengewoon stedebouwkundige. Prof.Wieger Bruin is spreker onbekend. Zou het niet gewenst zijn Prof.Granpré Molière over deze per soon inlichtingen te vragen? De Voorzitter is verheugd over deze woorden. Spreker meeïïIT, dat de keuze van Ir.Kuiper de beste genoemd kan worden. Hij kan echter Prof.Granpré Molière moeilijk om inlichtingen vragen over Prof.Wieger Bruin. Prof.Granpré Molière en Ir.Verhagen zijn de laatste jaren uit een gelopen. Spreker prefereert Prof.Wieger Bruin boven Prof.Granpré Molière uit piëteit voor Ir.Verhagen. De heer Mol vraagt of de heer Ir.C.Pouderoyen in aanmerking komt. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Er zT3n~sTëêEts weinig bekwame stedebouwkundigen. Hij kan Ir. Kuiper niet beide uitbreidingsplannen opdragen, omdat zulks te veel tijd eist. De heer Vermeulen heeft bewondering voor de voortvarendheid van de VoorziTTEer De Baad heeft echter geen gelegenheid gehad zich te beraden. Spreker verzoekt deze zaak tot de volgende raadsvergadering aan te houden. 1,6 Voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar. De heer Vermeulen merkt op, dat de Voorzitter tegen uitstel geen bezwaar Heeft, ofschoon hij zojuist gezegd heeft, dat deze zaak zeer urgent is. De Voorzitter wil de Baad niet in een klempositie plaatsen. Spreker wenst echter slechts de bekwaamste architecten in te schakelen. Het beste is voor Breda nog maar juist goed genoeg. Hij wil in overweging nemen om het Boeimeerplan of aan Prof. Wieger Bruin of aan Ir.C.Pouderoyen dan wel aan Prof.Granpré Molière op te dragen. De heer Bleijs kan zich wel verenigen met het voorstel van de Voorzitter om Ir.Kuiper te benoemen tot supervisor van Breda en aan hem.de voorgestelde opdracht te verlenen. De opdracht van het Boeimeerplan wil spreker echter aanhouden. De heer Vermeulen kan zijn stem niet aan het voorstel geven. - 16 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 615