zitten.
Ook zijn toen de grote militaire terreinen binnen de
singels ontstaan die als grote longen in de stad van bebouwing
zijn vrijgebleven.
Jammer genoeg zijn echter verloren gegaan de kansen op
het verkrijgen van een prachtige, ruime groene gordel zoals
b.v. Zwolle en in .mindere mate Utrecht en Haarlem sieren.
Met het slechten van de wallen ontstond de mogelijkheid
de stadsbebouwing uit te breiden in het maagdelijk gebied
daarbuiten.
langzamerhand groeit Breda en groeien de omliggende dor
pen. De gemeentelijke gebiedsindeling ging aan deze ontwikke
ling niet vooraf, doch volgde haar. Uw gezelschap behoef ik
er niet aan te herinneren, dat 25 jaar geleden de Baronielaan
in 3 gemeenten, maar niet in Breda lag!
De stad tok de mensen aan en op de gebieden der aangren
zende gemeenten, vooral op dat van Tcteringen c-n Ginnckcn ont
stond stadsbebouwing, duidelijk geörienteerd op Breda maar
buiten de jurisdictie der stad.
Hoe duidelijk heeft hier de besturende hand ontbroken.
De toegangswegen, eens liggende in het vrije veld bleven
wat hun beloop betreft vrijwel ongewijzigd, maar zij werden
bebouwd tot zij stadsstraten worden* De Ginnokenveg is daar
van een duidelijk voorbeeld.
Bereikte men vroeger de stad langs stille buitenwegen, nu
moet men kilometers lang door de bebouwing rijden. Vroeger
was de capaciteit der toegangen wel toereikend. Hu is deze
ondanks alle verbetering aan het profiel en de verharding ten
enenmale onvoldoende geworden voor het onvergelijkbaar druk
kere verkeer.
HUIDIGB TQBSTAUP*
Zoals U bemerkt zult hebben is mijn terugblik voltooid
en moet ik mij zetten tot een analyse van de huidige toestand.
Toen ik dit punt bereikte bij het opstellen van mijn be
toog, realiseerde ik mij nog eens te meer hoe moeilijk die
toestand is te beschrijven. Dat komt omdat de situatie zc on
duidelijk is.
Slechts het hart van de stad, de oude ei-vorm is klaar en
duidelijk, evenals de jammer genoeg niet gesloten binnen- en
buitensingels. Verder is met enige moeite een T-vormige straat
structuur te herkennen, gevormd door dc Haagdijk, de Brug
straten, de Veemarkt c-n de Boschstraat als Oost-Vest verbin
ding, en loodrecht daarop de Toren, Karre-, Bind- en Ginneken-
straat
Verder zien wij de vrijwel buiten het verkeer liggende
brede straten achter de Gasfabriek, de Pellenoordstraat en de
Kloosterlaan die ook weinig verkeer trekken.
Voorts valt natuurlijk op de Markc-ndaa Iseweg, die echter
in zijn onvoltooide vorm geen duidelijke lijn in het stramien
vormt.
Tenslotte zijn te vermelden de reeds eerder genoemde toe
gangswegen uit 1870, die echter met uitzondering van dc Nieuwe
Haagdijk en de Nieuwe Boschstraat geen duidelijke voortzet
ting hebben.
Dat dit weinig ordelijke stramien niet sterk spreekt tot
de weggebruikers blijkt wel uit de talrijke verkeers-aandui-
dingen CBNTBUM"waarvan er volgens velen nog veel te weinig