Dat dit gebrek aan stramien bezwaren oplevert wordt voorts
duidelijk aangetoond door een groot aantal verkeersmaatrege
len. In hoeveel straten in de binnenstad is tweerichtingver-
keer toegestaan?
Daar de stad via de Haagdijk, terug via de Leuvenaarstraat
Per fiets van de stad naar G-inneken gaande rijdt men via de
Grinnekenstraatomgekeerd via de lange Stallen.
Hoe bereikt men per auto van het station de binnenstad?
MIDPDLBïï Tgg VÏÏBBBT3EIM£i
Met deze vraag kom ik aan het 3e deel van mijn betoog.
Welke middelen tot verbetering bestaan er of zijn er tot
stand te brengen?
Allereerst wil ik opmerken, dat het nodig is het aanvals
plan ruim op te zetten.
In de grootste steden, waar de problemen in wezen niet
veel anders liggen dan in de grote en middelgrote gemeenten
heeft men veel leergeld betaald met halve opportuniteits-
oplossingen. Dit geldt voor allerlei stedebouwkundige proble
men maar wel in het bijzonder voor verkeersproblemen. Hoeveel
verbredingen, doorbraken e.d. zijn er niet gemaakt die reeds
korte tijd na hun voltooiing toch nog weer onvoldoende bleken
te zijn?
Denkt U eens aan de Zuidelijke rondweg hier ter stede
J.W.Prisolaan en Pr.Eooseveltlaan)De Rijkswaterstaat over
weegt alweer - nog voor de weg gereed is - oen ander tracé,
om de stadsbebouwing hoon aan te leggen!
Halve oplossingen zijn geen oplossingen.
Het is daarom nodig dat wij ons allereerst afvragen wat
hebben wij nu en in de toekomst nodig?
Om deze vraag te benatwoorden moeten wij ons eerst reali
seren aan welke eisen een verkeersplan moet voldoen.
Zij zijn m.i. terug te brengen op de volgende essentiële
punten;
I YPPrPDRSPACE!
a. Het stadscentrum moet op uitstekende wijze bereikbaar zij4
vanaf de grote verkeerswegen, het station en elk der bui
tenwijken.
b. Slke buitenwijk moet behoorlijk bereikbaar zijn vanaf de
grote verkeerswegen, het station en elk der andere buiten
wijken. (De goede verbinding met het centrum is reeds door
eis a gewaarborgd.)
c. Het niet voor het Centrum bestemde verkeer moet langs het
Centrum heen worden geleid.
II. STSnSBOüWIC. PACPT
Het plan mag het stadsuiterlijk niet aantasten en moet
dit zo mogelijk verbeteren. Het historisch gegroeide moot zo
veel mogelijk ontzien worden.
III. UITVOHPIINGtSPACJET.
Het plan moet goedkoop en - zo enigszins mogelijk - in af
zonderlijke gedeelten - naar gelang van dc behoefte - uitvoer-
- baar -
t*