Niet in één ruk - maar na lange gesprekken met Ir.Verhagen die ons met zijn grote en rijpe ervaring veel heeft geleerd - heeft dit programma vorm gekregen. In het voorgaande heb ik getracht IJ de opbouw daarvan te laten zien. De hiervoor ge noemde essentiële punten zijn de kristalisatie van onze over wegingen. Vergun mij nu het plan voor de verbinding ïToord-Zuid te toetsen aan de essentiële punten. a) Bereikbaarheid van het stadsoentrum. Het grote verkeer van het noorden en het zuiden uit wordt nabij het hart van de stad gebracht, resp. via de toegangsweg uit Beek en de hartader van de Boeimeer. Het verkeer uit West en Oost heeft van de Hoord-Zuid weg echter geen enkel profijt. Hierbij moet nog worden aangetekend, dat het verkeers knooppunt bij de Trambrug waar de toegangsweg van Beek bin nenkomt buitengewoon moeilijk zal worden. Naar beneden rijden de van de viaduct, waardoor althans de fietsers relatief grote snelheid zullen hebben, moet het verkeer voor het volgen van de noord-zuid verbinding een volkomen onverhoedse, onover zichtelijke kwart draai maken. De neiging om, per ongeluk, rechtuit te rijden zal groot zijn. Nemen wij daarbij in aan merking dat bij gesloten bruggen of overwegen het knooppunt vol zal staan met wachtend verkeer dan worden de vooruitzich ten ten aanzien van dit punt wel zeer onaantrekkelijk. De verbinding met het station wordt door de nieuwe weg niet beïnvloed. De verbinding van de zuidelijke stadswijken met het cen trum wordt verkregen. De westelijke en de toekomstige ooste lijke wijken noch het noordelijk stadsdeel hebben van de nieuwe weg enig voordeel. b) De verbindingen van de buitenwijken. De zuidelijke wijken krijgen een behoorlijke verbinding met de weg naar Beek. Van veel belang is dit echter niet, om dat het verkeer uit die wijken via de zuidelijke rondweg (Graaf Bngelbertlaan) vlotter de grote weg naar Moerdijk be reikt. De overige wijken hebben voor de verbinding met het rijkswegennet geen nut van de nieuwe weg. De verbinding van het station met dc buitenwijken wordt door de nieuwe weg niet gediend. De onderlinge verbinding der wijken wordt door de nieuwe weg slechts weinig gediend mede omdat bij het noordelijk einde van de weg geen stadswijk ligt. c) Het leiden van het verkeer, niet bestemd voor het centrum, om het centrum heen. Zoals vorenvermelü, komt alleen interlocaal verkeer uit Moerdijk op de weg. Dit verkeer wordt inderdaad op goede wijze langs het centrum heen geleid, maar in deze taak is zeer veel concurrentie te verwachten van de verbinding door Princenhage en de Graaf Engelbertlaan. Voor het onderlinge wijkverkeer heeft de weg slechts zeer beperkt nut. II STBDBB0U¥KUNDI_G_ A SPBCT Door het kiezen van een geschikte bebouwing langs de Mar- - kendaalseweg - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 623