Besloten vergadering van de Baad, gehouden vóór de openbare raadsvergadering op 12 April 1950. Tegenwoordig: Mevr.E.H.Slot-piattel, Mej.J.P.Koppelaar en de heren: G.J.Braakhuis, J.D.P.BrinkerhofH.J.C.Cosijn, A.C.Dirven, Mr.B.W.K.Drion, C.van den Eeden, A.J.J.van Gils, N.W.C.van Gisbergen, A.van Haperen, H.J.van Houten, A.Jongbloed, J.J. Kamphuys, D.J. A .Kramers, J.A.Meijs, P.H..M.Mol, P.P.van de Hoort, C.Peeters, A.P.Bomsom, C.A.M.de Boos, IrJ.M.Schijen, Mr.A.A.M.Struyeken, Drs.G.C.Stubenrouch, C.A.H.van Swol, Dr. G.M.J.Veldkamp, Drs.O.G.E.M.Verhaak, J.P.Vermeulen, J.Ver schuren, AJ.Wezenbeek. Afwezig: de heren: A.C.A.Brekelmans, Drs.L.van Egeraat, J.van Kampen, A.Keim, J.J.van Oyen, A.J.A.Battink, Mr.E.H.Toxopeus. Voorzitter: de heer Dr.Claudius A.Prinsen Secretaris: de heer Mr.Ph.I.E.van Woensel. De Voorzitter zegt, dat het de Baad bekend is, dat de gemeente het pan3, IJrote Markt 40, in optie heeft. De gemeente-secretaris heeft de behandeling van deze zaak geleid. Hierbij doet zich de omstandigheid voor, dat de kinderen Moll bezwaar maken tegen de verkoop van dit pand. Genoemde kinderen Moll hebben hun bezwaar kenbaar gemaakt via- een advocaat n.l» Mr.J.H.Jacobs te Tilburg. Bij de boedelscheiding is het pand op naam van Mevr.de Wed.A. Moll—Kasteleijns gesteld. Mevr.Moll heeft ten opzichte van deze verkoop nog enkele kleine faciliteiten gevraagd, die in een antwoord-schrijven van Burgemeester en Wethouders zijn vastge legd. Daar het pand op haar naam staat, kan zij als eigenares bandelen naar goeddunken, waaraan een tegenstand van een of meer der kinderen niets afdoet. Hierna leest de gemeente-secretaris voor het antwoord-schrijven van Burgemeester en Wethouders d.d.11 April 1950, nr.1-5399, ge richt aan Mevr.de Weduwe A.Moll-Kastelijns en van het schrijven van Mr.J.A.Jacobs, gedateerd 12 April 1950, nr.j/A doss.no.1.829» De Voorzitter zegt, dat Mevr.de Wed.Moll met vermeld schrijven van B en W accoord gaat. Van de brief van Mr.Jacobs is het College niet geschrokken, om dat hier een authentieke notariële akte van boedelscheiding aanwezig is. De heer Meijs vraagt, wanneer inzage van het kadastraal extract heeft plaats gevonden of m.a.w. wanneer is 1,- gedeponeerd voor een kadastraal extract, waamit blijkt, dat Mevr.de Wed.Moll enige eigenares van pand Grote Markt 40 is. Volgens Mr.Jacobs zou er steeds gehandeld zijn of er een onver deelde boedel aanwezig was. Er is echter wel een akte van boedel scheiding, hetgeen zelfs Mevr.de Wed.Moll niet wist. Spreker zou willen vragen op welke grond Mr.Jacobs nu lean zeggen, dat er steeds gehandeld is of er geen verdeelde boedel was. Haar zijn mening is men niet in staat te bewijzen, dat hier van een onverdeelde boedel sprake is. De Voorzitter zegt, dat de gemeente-secretaris met Mevr.de Wed. MolTHaeeft" onderhandeld. Zij heeft bij deze onderhandeling mede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 632