risico met zich. Een directeur van Openbare Werken moet wat men noemt: "boodschappen kunnen doen". Beide voorgedragenen voldoen aan deze eis. Ir.Wijs heeft niet gesol liciteerd, omdat de Kath.Fractie gezegd heeft, dat er denkelijk geen aanlei ding bestaat hem tot directeur te benoemen. Ongeveer een jaar geleden is Ir. Wijs aangezocht voor de betrekking van directeur van gemeente-werken te Dordrecht. De gemeente Breda kon hem niet missen, daar de heer Hornix nog ziek was. De heer Wijs heeft toen met het College gesproken. Het College heeft deze toen gezegd: "Wij zijn van mening, dat Uw niet-Katholiek zijn geen beletsel zal zijn om eventueel in aanmerking te komen voor directeur van Openbare Werken". Wat geschiktheid betreft staat Wijs iets boven Gooden. Openbare Werken eist hier een andere taak dan in het leger. (Er is dus ver schil in ervaring)Het is voor spreker een belangrijke vraag, welke indruk het passeren van Ir.Wijs zal maken. Nederland is klein. Men kent er elkaar. Spreker heeft zich afgevraagd, wat hij voor deze gemeente nog kan doen ge durende de 11 jaren die hem nog beschoren zijn. Men maakt zich een plan. Dit plan is gelijk een schaakspel, waarbij de koning schaak gezet moet worden. Administreren is niet zo moeilijk, besturen is iets anders. Spreker hoopt de gelegenheid nog te krijgen de woningnood in deze ge meente op te heffen en de gemeente van hoog-spoor te voorzien. Maar dan houdt het plan op. In dit spel heeft hij het niet-Katholieke deel van Nederland veel meer nodig dan het Katholieke deel. Spreker kan de weerstand van het niet- Katholieke deel niet hebben. Wat het hoog-spoor betreft, hoopt hij in het voor jaar het plan ter tafel te kunnen brengen. De kosten bedragen 10 k 15 millioen gulden. Het is niet spreker's aard de pionnen, die hij gezet heeft, door een politieke weerstand te doen verstoren. De Raad kan dan zeggen: "Begin opnieuw", maar zulks is niet gering te achten. Spreker zet de pionnen in het belang der gemeente. Het heeft wel eens de schijn, dat zijn vriendschap niet echt is. Dan moet deze schijn wel eens weerstand opwekken, ofschoon hij slechts tegen weinig mensen een antipathie heeft. Spreker kan bij zijn plannen geen weerstanden gebruiken. Af et is zijn aard de dingen voort te jagen, hetgeen hem doet dreigen; ook in de Raad. Dit roept ook bij de Raad weerstanden op. Maar hij handelt in het belang van de gemeente. Spreker zou het onprettig vinden als hij op het ogenblik ver keerd begrepen werd. Genoemde irrationele motieven zijn in het maatschappelijk leven groter dan men soms wel denkt. Hij hoopt op de geschetste wijze te kunnen blijven voortgaan. De Raad dient te begrijpen, dat hij een stuwende, volhoudende aard bezit. Hij vraagt daarom de Raad hem geen tik op de neus te geven in zo'n belangrijke zaak als het benoemen van een directeur van Openbare Werken. De Raad zal het ook niet doen, want spreker handelt in het belang van Breda. Meent de Raad Ir.Gooden te moeten aanstellen, benoemt hem dan. Moet het Ir.Wijs zijn, neemt hem, maar laat spreker er buiten. Hij heeft de twee beste candidaten genomen. Spreker wil nog zeggen, dat de moeilijkheid van zijn ambt zit in het feit, dat hij nooit klaar is. Het is iets ontmoedigendsdat ondanks al het werken niet zoveel gebouwd kan worden, dat de woningnood afneemt. De toestand in de gemeente loopt terzake nog steeds terug. Het is daarom van groot belang, welke medewerkers de gemeente heeft. Ir.Wijs heeft uitmuntend werk verricht; Ir.Gooden is een man van de grote lijn. De laatste moet echter de weg nog geleerd worden, die Ir.Wijs reeds kent. Hij wil van beide mannen het volgende nog zeggen, voordat de Raad een besluit neemt, waarvoor drie weken bedenktijd is. Gooden is een man van allure en zal gemakkelijk de juiste weg weten te vinden. Wijs heeft zich reeds aan de gemeente gehecht door het werk, dat hij hier ver richt heeft. Hij hoopt, dat de Raad het gesprokene ernstig zal overwegen en zich ernstig zal be den. - Hij - - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 639