Spreker zegt vervolgensdat het budget van de gemeente niet wordt
verzwaard
Een andere vraag is,moet de gemeente nog verder uitgroeien of moet
deze groei worden stopgezet.Dit laatste zal niet gemakkelijk zijn,om
dat dan de zaak terugloopt.Het leven is als een pijl,die wordt afgescho
ten.Zij gaat omhoog of valt omlaag.Een rustpunt is er niet.
De Heer Vermeulen komt terug op zijn vraag,hoe het is gesteld met
de burgerlijke defensie.
De Voorzitter antwoordt,dat de onderhand.elingen zijn tijd helemaal
hebben opgeëist.Ook hem is het niet mogelijk alles tegelijk te doen.
Ook hem is het niet mogelijk alles tegelijk te doen.Na Kerstmis hoopt
hij hieraan meer tijd te besteden.
De heer Vermeulen zegt,dat de Voorzitter de kans op gevaar groter
vindt geworden.Hij vraagt dus voorstellen tot wering van dat gevaar.
De Heer Veldkamp dankt voor de uiteenzetting van de Voorzitter.Hij
vraagt of er zeer reële toezeggingen voor het te verstrekken bouwvolume
zijn.
De Voorzitter antwoordt.dat het niet zozeer gaat over het bouwvolu
me dan wel om de financiën.
De Heer Veldkamp vraagt of er versnelde bouw mogelijk is.
De Voorzitter antwoordt,dat hiervoor geen financiën zijn.
De Heer v.Bgeraat vraagt of Nederland de enige afnemer is van de
fabriek,wanneer de fabriek begint te werken en wat dit zal kosten.
De Voorzitter antwoordt,dat er reeds een be stelling is van Neder
land voor ƒ.25.000.000.-Er wordt niet voor de export gewerkt.Het in wer
king treden van de fabriek kost de gemeente niets.
De Heer Mol wijst er op,dat de Voorzitter de stad steeds groter
wil maken.Wat denkt de Raad hiervan echter?
De Voorzitter merkt op,dat dit thans niet aan de orde is.Een opti
mum is iets moeilijks om te omschrijven.
De Heer Mol zegt,dat het gehele overheidsapparaat in deze gemeente
te klein wordt.De vraag mag dus gerust eens worden gesteld.
De Heer v.Gils vindt het prettig,dat er nu de mogelijkheid wordt
geschapen,dat er in Breda een fabriek komt,waar Nederlandse apparaten
worden gemaakt.
De Heer Brekelmans merkt op,dat de Voorzitter eens heeft gezegd,dat
variëteit in de diverse werkmogelijkheden het meest verkieslijk is.
Waar blijft deze variëteit,nu weer een gedeelte land-en tuinbouwgrond
verdwijnt.
De Voorzitter antwoordt,dat door het vrijgeven van deze 7 h.a.weer