16 FEBRUARI 1950
69
werden ook de meningen van „Breda Vooruit" en „Horeca" mee
gedeeld, deze adviseerden de vergunning slechts voor 1 jaar te
verlenen.
Ik heb deze zaak in het College van Burgemeester en Wethou
ders besproken en aan v. d. Sanden werd voor één jaar vergun
ning verleend. Misschien is het moment van aanvang der vergun
ning niet gunstig geweest i.v.m. het doel om het vreemdelingen
verkeer te bevorderen. Dit is bij het verlenen van de vergunning
ontgaan. Geen vergunning is verleend tot het dansen in bedoelde
inrichting, omdat de ruimte niet voldeed aan de bepalingen van het
Dansbesluit.
Er is nauwlettend toezicht gelast naar de toestand in de inrich
ting. Tot nu toe zijn daaromtrent geen klachten binnengekomen.
Ik meen de proef eens te moeten afwachten en daarna de Com
missaris van Politie nog eens te vragen wat er moet geschieden.
De opmerking van Mevrouw Slot, dat de toestand in een bepaal
de sociëteit niet gunstig is, moet ik onderschrijven. Deze heeft geen
sluitingsuur, in tegenstelling met Terminus. Wel is mij gerappor
teerd, dat het huidige bestuur ernstige pogingen doet om misstan
den te voorkomen. Ook op deze inrichting zal ernstig toezicht
worden gehouden.
RONDVRAAG.
De heer BRINKERHOF spijt het, dat hij een oude koe uit de
sloot moet halen. Deze koe, die dateert van Augustus 1947 betreft
de panden aan de Leeuwerikstraat 8082. Op 2'4 Maart 1948 heeft
hij van Burgemeester en Wethouders hierover het volgende schrij
ven ontvangen:
„In antwoord op uw bovenaangehaald schrijven delen wij u mede,
dat de klachten gegrond zijn, en dat naar onze mening de bewoners
van de naastgelegen panden door het achterwege blijven van de
herbouw schade lijden."
Daar alleen herbouw de gewenste oplossing kan brengen is
contact gezocht met de Wederopbouw, teneinde na te gaan of wel
licht door overname van de herbouwplicht door derden een oplos
sing mogelijk is. Daarvoor moet echter eerst worden vastgesteld,
hoe groot de schadeuitkering zal zijn. Mocht men daarna niet be
reid zijn tot herbouw over te gaan, dan zou door overdracht of
onteigening de herbouwplicht op anderen of de gemeente kunnen
worden overgedragen. Overleg met de Wederopbouw wordt daar
over thans nog gevoerd.
Het waterdicht maken van de gevels zal niet het gewenste
resultaat opleveren, daar zoals gewoonlijk in dergelijke gevallen
de vochtvorming van binnen uit ontstaat.
Door de heren van Bijnen en van Swol is eveneens over deze
materie gesproken.
Het is nu 16 Februari 1950 en nog steeds is er niets aan de her
bouw van deze panden gedaan.
In het belang van de omwonenden wordt het toch tijd dat er een
begin gemaakt wordt.
De belendende panden lijden door het uitstel reeds veel schade;
zo zijn bijv. de balklagen aan het rotten.
Spreker heeft gehoord, dat de notaris voor herbouw gelden in
bezit heeft, doch aan de panden nog niets heeft laten doen. Hij ver
zoekt Burgemeester en Wethouders de zaak met spoed ter hand
te nemen.