78 15 MAART 1950 groot 870 m2 en gedeelten van de percelen, groot plm. 25 m2 en 375 m2 voor een prijs van 0.10 en 1.50 per M2' van de N.V. Nederlandse Spoorwegen te Utrecht. Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen. 3. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij aan biedende de door Gedeputeerde Staten vastgestelde rekening der gemeente en die der takken van dienst, over het dienstjaar 1946. (Bijlagen 1950, no. 75.) Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstiel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening van de heffing ener belasting op vermakelijkheden (Bijlagen 1950, no. 94.) De Heer MEIJS zegt, dat in de derde alinea van bijlage no. 94 stjaat vermeld, dat de aanschaffingsprijs van het Bireka-apparaat varieert van 49.50 tot 465.50, naar gelang de grootte en uit voering. De kosten van aanschaffing kunnen voor rekening der gemeente komen, indien een betrokken onderneming dit wenst onder voorwaarde, dat de ondernemer verplicht is jaarlijks 10% der aanschaffingskosten aan de gemeente te vergoeden. Na ver loop van 10 jaar worden de apparaten eigendom van de onderne mer. Het spreekt vanzelf, dat deze apparaten ook voor rekening van de ondernemers kunnen worden aangekocht, indien zij hieraan de voorkeur geven. Hieruit volgt, dat derhalve de ondernemer de kostprijs moet betalen in 10 jaren of met andere woonden per jaar i/10 deel van de kostprijs. Indien niet per jaar i/10 deel be taald wordtl dan had dit uit het voorstel moeten blijken. Is zulks echter wel de bedoeling, dan acht spreker dat niet juist. Bij de berekening der waarde had rekening gehouden moeten worden met renteverlies. Nu dit evenwel niet gebeurd is, wordt de ondernemer, die het apparaat in 10 jaren betaalt, bevoordeeld boven degene, die het contant betaalt. Er dient dus een prijsverschil te bestaan tussen contante beta ling en een betaling in 10 jaar. Dit verschil is te verdisconteren met een prijsverhoging van 30%, zijnde het globaal genomen waardeverschil tussen contante beta ling en betaling in 10 jaren. Betaalt! derhalve de ondernemer het apparaat in 10 jaren, dan moet de contante waarde met 30% verhoogd worden. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat tot het voorgestelde sys teem is geadviseerd', nadat met de bioscoopexploitanten overleg gepleegd is. Destijds waren de exploitanten tegen deze aanschaf fing, aangezien Bireka-apparaten of niet te krijgen waren of het risico gelopen werd, dat ze niet van goede kwaliteit zouden zijn. De exploitanten geven er de voorkeur aan het apparaat in 10 jaren af te lossen. Contante betaling zou een te zware last betekenen. Betaling in 10 jaren betekent, zoals de heer Meijs opgemerkt heeft, voor de gemeente een renteverlies, maar het belang der controle eist deze maatregel, waarom Burgemeester en Wethouders gemeend hebben dit verlies voor rekening der gemeente te moeten nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 78