15 MAART 1950
81
Heuvelkwartier en het betrokken onderwijzend personeel een brief
te doen uitgaan, waarin hun medewerking gevraagd wordt.
Met politietoezicht is het gewenste resultaat niet te bereiken.
De door de heer Veldkamp gedane verzoeken omtrent het aan
brengen van deuren en hekjes, zal spreker bezien.
De Heer VAN SWOL heeft tegen het voorstel geen bezwaar.
Hij wil echter opmerken, dat er nu ook een bedrag uitgetrokKen
is voor het planten van ligustrum. Op de Schoolakker zijn de
ligustrumhagen omvergereden. Zou het niet beter geweest zijn,
deze planten over te brengen naar de achtertuinen der étagewo
ningen, zulks ter voorkoming van extra kosten.
De VOORZITTER zegt dat de gemeente zelf wel ligustrum kan
telen. Spreker vraagt Wethouder van Haperen zulks eens te bezien.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het ver
strekken van een hypotheek ten behoeve van de particuliere
woningbouw. (Bijlagen 1950, no. 89.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
9. Prae-advies van B-urgemeester en Wethouders betreffende de
toestand der gasverlichting in de Dr. van Campenstraat. (Bijlagen
1950, no. 73.)
De Heer VAN GILS merkt op, dat de toestand in de Dr. van
Campenstraat inderdaad verbetering vraagt. Sprpker verzoekt^
voor zover het de verlichting betreft, eerst aan deze straat te
denken.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat van de Lichtbedrijven een
groot plan voor straatverlichting van geheel Breda is binnenge
komen.
De kosten van uitvoering bedragen 390.000.-. Of dit plan dit
jaar verwezenlijkt kan worden betwijfelt Spreker. Hij hoopt wel,
dat eerst gedeeltelijke uitvoering mogelijk zal zijn.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
prae-advies besloten.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een crediet ten behoeve van de verlichting van hetl verkeers
plein op het Oranjeplein. (Bijlagen 1950, no. 82.)
De heer WEZENBEEK heeft tegen het voorstel geen bezwaar.
Hij verzoekt de Dienst van Openbare Werken te vragen de rich
tingborden, waarover in een vorige vergadering gesproken is, te
gelijkertijd aan te brengen.
De VOORZITTER zal hiermede rekening houden.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.