84
15 MAART 1950
De VOORZITTER stelt voor tot stemming over te gaan.
Er worden ingeleverd 33 stembiljetten, waaruit blijkt, dat zijn
uitgebracht op de heer Mr. F. A. J. M. Smits 28 stemmen, op de
heer Mr. F. E. B. Mathon 4 stemmen, terwijl 1 stem van onwaarde,
wordt verklaard. Zodat de heer Mr. F. A. J. M. Smits is benoemd
tot lid van het College van Curatoren van het Gymnasium.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van enige leraren aan de Gem. Ambachtsschool. (Bijlagen 1950,
no. 80.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van leraren aan het leerlingenstelsel der N.V. „H.K.I." alhier voor
het cursusjaar 19491950. (Bijlagen 1950, no. 77.)
De heer JONGBLOED merkt op dat aan het begin van bijlagen
no. 77 staat vermeld „voor hei) cursusjaar 19491950, "terwijl aan
het slot staat „voor de duur van het cursusjaar 19471948".
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat het Rijkssubsidie voor het
cursusjaar 19471948 gegeven zal worden, indien de leerkrachten
nog worden benoemd.
Voor het cursusjaar 19481949 wordt geen Rijkssubsidie ver
leend. De lastlen komen geheel voor rekening van N.V. „Rayon".
Voor het cursusjaar 19491950 moet nog het Rijkssubsidie aan
gevraagd worden. De voorgestelde benoemingen betreffen dus het
cursusjaar 19471948.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot tijdelijke
benoeming van een leraar aan de avondschool voor ambachtslieden.
(Bijlagen 1950, no. 81.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een crediet voor vernieuwing van de verlichting van het Ste
delijk Museum. (Bijlagen 1950, no. 92.)
De heer MOL heeft over het voorstel een opmerking te maken.
Hij is verheugd dat het Stedelijk Museum beter wordt verlicht.
Spreker betreurt het geringe bezoek aan het museum. Hij weet
niet of het bezoek door het) aanbrengen van een betere verlichting
zal vermeerderen. Hij stelt voor het crediet te verlenen onder de
voorwaarde, dat het Bestuur van het Stedelijk Museum 2 maanden
per jaar dit museum beschikbaar stelt voor het houden van ten
toonstellingen, zolang de gemeente niet beschikt over een tentoon
stellingsgebouw. De Vincent van Gogh-tentoonstelling die te 's-Her-
togenbosch gehouden is, is in Breda niet gehouden kunnen worden
wegens gemis aan tentoonstellingsruimte.
De VOORZITTER ontraadt dit als voorwaarde te stellen. Het
museum is daar niet geschikt voor. Bovendien zal het' opbergen